clear

zoeken

search

Middelburg dronk helemaal niet (zo veel)

26 december 2010

Ik weet niet hoeveel Nederlandstalige boeken Google Books inmiddels bevat, maar ik merk wel dat zoekacties op het trefwoord ‘Middelburg’, in verschillende combinaties, veel meer resultaten oplevert dan ongeveer twee jaar geleden.

In het boek Middelburg voorheen en thans kwam ik een prachtige passage tegen, die ik heb toegevoegd aan de pagina Algemene Geschiedenis, van Middelburg Dronk (de foutjes die erin zitten worden veroorzaakt door gebrekkige OCR):

“Gunstiger is het gesteld met hunne begrippen van zedelijkheid en andere maatschappelijke pligten. We mogen het als eene bijzonderheid en als eene gelukkige onderscheiding opteekenen, dat de dronkenschap, — die pest voor de maatschappij, die steeds voortwroetende kanker in het hart der arbeidende klasse van Nederland, — bij de Middelburgsche arbeidende klasse tot de hooge zeldzaamheden behoort. Een dronkaard ontmoet men hoogst zelden onder hen, en niet alleen dat men een zoodanigen niet op straat of gansche scharen daarvan (zoo als in de groote steden van Holland) als zinneloozen hoort tieren en de walgelijkste vertooningen voor het oog maken, maar zelfs in huis of in de kroeg behooren zulke gevallen tot de zeldzaamheden. Onder een getal van 500 armen, die ik door het dagelijksch verkeer ken, zou ik geen 6 voorbeelden van dronkaards van professiekunnen opnoemen. Dezelfde gunstige berigten heb ik bij de bazen ingewonnen, die deze kwaal al meer en meer onder de arbeidende klasse hier zien verminderen, en de meesten maken zelfs gedurende hun werk geen gebruik van sterken drank.

Over het algemeen is de uitspraak van alle voorname bazen en den directeur der weverij dan ook eenparig: dat dronkenschap bij het werkvolk niet plaats heeft.Het doet mij een innig genoegen die hoofddeugd van onze arbeidende klasse te kunnen vermelden, en zulks te meer, omdat de harde kamp dien zij tusschen weinig verdiensten en groote gezinnen soms te strijden hebben, hen te gereeder tot die ondeugd zoude kunnen brengen. Straalt in hunne andere handelingen weinig energie, weinig geestkracht door, al meer en meer wint de overtuiging bij hen veld: dat d&ar waar de kroeg vooruit, het huisgezin achteruit gaat, en men zich en de zijnen voor het genot van een oogenblik, — dat het door de gewoonte eindelijk niet meer is, — grondeloos in het verderf stort.Zooveel afkeer zij van de dronkenschap hebben, zooveel prijs stellen zij op eerlijkheid en goede trouw. Het zij hun tot hunne eer gezegd, dat velen door de noodzakelijkheid en de behoefte soms op eene harde proef worden gesteld, en dan eerder de hand aan zich-zelven zullen slaan, door wanhoop daartoe gebragt, dan die naar eens anders goed uit te strekken.

Zoo is het ook met de eerlijkheid in hunne beginselen, met de rondheid van hun karakter. Bij vele van die menschen is der vaderen leus: „goed rond, goed Zeeuwsen,” in hare volle reinheid nog bewaard gebleven. Hun open gelaat, hunne openhartigheid, hunne dankbaarheid, hunne mededeelzaamheid, en de bewijzen die zij menigmaal leveren van elkander bij te staan, moet bij hen gewis als een zeldzaam verschijnsel in onzen tijd van goede sier opgemerkt worden: bedrog, listen, achterhoudendheid en kwade trouw mag men hen over het algemeen niet toedichten. Als wij daarbij vergelijken de buitensporigheden, door die soort van arbeiders in de steden van het vaste land begaan, dan maken de onzen daar veelal eene loffelijke uitzondering op.Hun zin voor huiselijken vrede en gezelligheid mag ook niet vergeten worden als eene loffelijke gewoonte hun na te geven. Van het werk, is eigen haard het eenig toevlugtsoord en genot van onzen arbeider. De vrouwen zijn daar zoo aan gewoon, dat, daar waar zulks niet plaats heeft, ze kwaad vermoeden over het gedrag van den man koesteren, — hetgeen dan niet zelden bevestigd wordt.

Bezoekt in den winter maar. eens zijne bekrompene woning, gij zult hem altijd te huis vinden, helaas! soms te veel, want, even als aan zijn grond, is hij aan zijn erf wat al te vast geworteld, waardoor hij wel eens in de hem toegedichte traagheid vervalt, ‘s Zomers zult gij hem, als den haan onder de hennen, altijd onder een troep vrouwgeburen op de stoep vinden keuvelen. Met zijn huishouden bemoeit hij zich overigens niet veel, zoo min als met zijne kinderen. Hij geeft zaturdags avonds zijn geld aan de vrouw en die moet er dan maar mede rond zien te komen, aan wie dan ook geheel de zorg over een en ander is overgelaten. Van daar, dat zoovele huisgezinnen door verkeerd of geheel gemis aan overleg zoo treurig bestaan, en de man bij een redelijk daggeld zoo weinig en slecht te eten krijgt; van daar, dat het ouderlijk toezigt over de kinderen bij hen op zulk een lagen trap staat.”

Even denk je dat de Middelburgse arbeider van de 19e eeuw best braaf was…maar de beschrijving verraadt ook een soort benepenheid…

Update: of de passage de werkelijkheid ook echt goed weergeeft kun je je afvragen. In een artikel uit de Middelburgsche Courant van 1903 lees ik dat Middelburg in 1896 maar liefst 104 kroegen telde…

Gerelateerd:

@

5 Reacties

  1. Ik kan het natuurlijk niet laten om hierop de te reageren.

    Het is een boeiend artikel die precies past in die tijd van nieuwe fatsoensnormen voor de arbeidersklasse)

    Even wat aanvullingen 🙂
    In 1881 kwam de nieuwe drankwet die de drankoverlast moest tegengaan. Aan de hand van het aantal inwoners werd vastgelegd hoeveel kroegen een stad maximaal mocht hebben. De gemeente deed er een schepje bovenop door het geld voor de vergunningen in enkele jaren tijd te verdubbelen (gold iig voor Haarlem)Geen wonder dat het aantal kroegen sterk afnam. Bovendien waren er diverse sociale/christelijke groeperingen succesvol in de jaren negentig die streden voor een alcoholverbod. Cafe's waren in die tijd ook de plekken waar arbeiders kregen uitbetaald en waar van hen verwacht werd zeker een deel van het salaris in dat cafe aan drank te spenderen. Met de opkomst van de socialisten en de economische groei werd hier een einde aan gemaakt.

    Het artikel past dus mooi in die periode en als propaganda voor de fatsoensnorm uit die tijd.

    Leuke gevonden dus!

    (zie scriptie Zedelijk Haarlem, p. 48 en Marleen voor meer info) 😉

  2. Oeps… zie nu pas dat het boek uit 1859 komt. Dat maakt het nog interessanter!

  3. Ha Wilma,

    Dat sluit inderdaad aan bij dat laatste stukje. Dat artikel gaat over een avondje van een organisatie die zich bezighield met drankbestrijding.

    Straks blijkt jouw scriptie de beste bron van allemaal te zijn. Zou wel een giller zijn he 🙂

  4. Haha… dat zou cool zijn. Uiteindelijk leiden alle wegen naar … mijn scriptie 🙂 Erg interessante wiki btw! Mooi project!

    Uiteindelijk wil ik ook eens in de 19e eeuwse prostitutie van Middelburg duiken. Hun gemeentebeleid diende als voorbeeld voor Haarlem (zie scriptie p 35).

    Anneke zei dat er mooie bronnen over zijn. Alleen nog eens de tijd vinden… Ahwel je kent het probleem 🙂

  5. Als jij daar al bronnen over hebt houd ik me toch aanbevolen om daar ook stukjes van te lezen. De ruige kant van het kroegleven en het bezoek van dames liggen best dicht bij elkaar. Maar zo in de krantenartikelen wordt er niet veel over gezegd…al moet ik toegeven dat ik ook nog niet echt naar heb gezocht.

    Mooie avond nog!

Reageer op Wilma van den Brink, MA