clear

zoeken

search

Gelezen: The Warcraft Civilization -Social science in a virtual world

29 juni 2010

Toen ik voor het eerst verhalen las over de online game annex virtuele wereld World of Warcraft (WoW) werden al mijn digitale zelfbeschermingsalarmen geactiveerd: dit spel moest ik vermijden als ik niet ten prooi zou willen vallen aan een nieuwe verslaving die minstens een jaar zou duren. WoW bevat namelijk vrijwel alles wat gaming en online werelden interessant maakt voor mij. Ik wist daarom zeker dat ik mezelf zou verliezen in dit spel.
Nu het spel van Blizzard een paar jaar op de markt is, kijk ik toch een beetje met gemengde gevoelens op mijn beslissing van toen terug. Ik ben blij dat ik tijd heb overgehouden voor ‘het echte, analoge leven’, en voor mijn andere activiteiten online, maar ik ben toch ook altijd nog een beetje jaloers op de mensen die de rijkdom aan fantasie, mythologie, gamedesign en virtuele samenwerking, van een van de grootste interactieve verhalen van deze tijd, wel hebben ervaren.

Dat lichte gevoel van jaloezie stak ook regelmatig de kop op bij het lezen van The Warcraft Civilization, geschreven door de bijna 70-jarige (vul zelf maar in waarom ik de leeftijd van de auteur interessant vind) socioloog William Bainbridge. Hij speelde en onderzocht WoW maar liefst 2300 uur. Dat zijn bijna 58 werkweken van 40 uur! Het zou me niet verbazen als veel mensen die investering beschouwen als tijdsverspilling. Ik sluit me liever aan bij de auteur zelf: in tegenstelling tot veel andere videogames kunnen de gebeurtenissen in MMORPG’s niet geëmuleerd worden, om de doodeenvoudige reden dat een groot deel van het verhaal wordt verteld door de miljoenen spelers zelf, en niet door scripts of algoritmes. Als je dat nu niet documenteert is de geschiedenis van een wereld, die zoveel socialer is dan niet-ingewijden beseffen, vergeten geschiedenis, terwijl het mogelijk het begin is van toekomstige vormen van het bestuderen van het sociale gedrag van de mens.

Aan de hand van 22 karakters die Bainbridge in twee jaar tijd aanmaakte leidt leidt hij de lezer door een fractie van de vele werelden die WoW omvat (alleen in de VS al staan 250 verschillende servers die evenveel ‘realms’, werelden met maximaal 4000 spelers, bevatten). In de eerste hoofdstukken duizelt het je een beetje, als je geconfronteerd wordt met de vele Tolkieneske namen van karakters en plaatsen in het spel, maar dat went snel. Het is zelfs zo dat Bainbridge hierdoor van zijn wetenschappelijke boek met vlagen een meeslepende roman weet te maken, al moet de doorgewinterde romanlezer zich daar ook weer niet al te veel bij voorstellen. Laat ik het er maar op houden dat het boek anders geschreven is dan menig ander wetenschappelijk werk.

In acht hoofdstukken (226 pagina’s) laat de socioloog met de toepasselijke tweede naam zijn vakkennis (hij is behalve socioloog ook programmeur) los op de overeenkomsten en verschillen die WoW heeft met de wereld waarin wij stervelingen (riep daar iemand wederopstanding?) leven. Zoals gezegd komen de oerverhalen van de mensheid aan bod, in de vorm van de talloze verwijzingen naar onze mythologie en literatuur, maar Bainbridge legt ook verbanden met onze economie en de vele vormen van religie die de mens kent.

Ook identiteit, leren en samenwerken binnen WoW worden uitgebreid belicht. Het zijn vooral de hoofdstukken die daarover gaan die duidelijk maken wat een socioloog in een virtuele wereld heeft te zoeken. In het laatste hoofdstuk, Transcendence, laat Bainbrigde juist zien waarom meer dan 11 miljoen andere mensen deze wereld dagelijks betreden.

WoW is veel meer dan een game. Het zijn niet alleen queestes en gevechten die het beeld bepalen. Net als in Second Life worden in WoW ook symposia georganiseerd, huwelijken gesloten, gehandeld in geld. Omdat WoW geen einde kent en andere ontwikkelingen het spel nu nog niet bedreigen is het waarschijnlijk dat deze wereld naast de onze nog wel wat jaartjes zal blijven bestaan. De eerstvolgende grote uitbreiding komt na de zomer, in de vorm van …

The Warcraft Civilization heeft mij veel inzicht verschaft in een wereld die ik nog niet heb durven betreden. Misschien ga ik later alsnog overstag, daar zal ik nog eens over nadenken. Voor nu beperk ik me even tot de constatering dat het Metaverse nog springlevend is. Laat je wat dat betreft niet misleiden door de ontwikkelingen rondom Second Life. Dat was en is nu eenmaal een proeftuin. The best is yet to come!

Gerelateerd:
WoWWiki.
Doorzettingsvermogen: World of Warcraft
Extreem gamen
WoW! Over complexe interfaces gesproken…
Gameverslaving, een verhaal uit de praktijk

@

4 Reacties

  1. Christian schreef:

    Machtig interessant hè?! In SF-films gaat het vaak over een parallel universum. Zoals in de films is het er nog niet, of nog niet ontdekt. Maar de wereld van WoW komt een heel eind.

    Ook ik heb me er nog niet aan gewaagd, want ik zal me er vrijwel zeker een hele tijd in verliezen. Dat is me met Second Life immers ook gebeurd. 😉

    Welkom terug trouwens.

  2. Zonder meer! Kun jij een inschatting maken van het aantal uren dat je kwijt was aan SL? Het is jammer dat we onze tijd niet aan te veel universa tegelijk kunnen besteden. Te weinig levens gekregen van die gast die met ons speelt 🙂

  3. Christian schreef:

    Het aantal uren dat ik aan SL heb besteed, da's meer iets om IRL over te praten… haha! Het zijn er teveel.

    Ik ben me er inmiddels stevig van bewust geraakt dat ik enorm geprikkeld word door dit soort visueel aantrekkelijke werelden, zonder begin en einde, boordevol sociale interactie. Zoals ik vroeger mezelf al dagen kon verliezen in spelletjes als Civilization en Settlers en zo. Maar dan in het kwadraat, omdat er nu echte mensen aan meedoen en het spelelement eruit is gehaald. Alles is open en daar houd ik wel van.

    Wel goed geweest voor m'n zelkennis. 😉

  4. Soms moet je dingen inderdaad veel te lang doen om te beseffen hoe gevoelig je ervoor bent. We live and learn…

Reageer