clear

zoeken

search

De nieuwe schrijfvaardigheid

30 augustus 2009

Digitale media krijgen er nogal eens de schuld van een negatieve invloed te hebben op de lees- en schrijfvaardigheden van generatie Y. Hoe verfrissend is het dan om in Wired Magazine te lezen over het onderzoek van Andrea Lunsford aan Stanford, die gedurende vijf jaar het schrijfwerk van ruim 14.000 studenten verzamelde en analyseerde. Zij constateert dat jongeren meer schrijven dan ooit tevoren en daarbij sterk rekening houden met doelgroepen die groter en spannender zijn dan de doelgroep van een persoon, namelijk de docent:

“I think we’re in the midst of a literacy revolution the likes of which we haven’t seen since Greek civilization,” she says. For Lunsford, technology isn’t killing our ability to write. It’s reviving it—and pushing our literacy in bold new directions. The first thing she found is that young people today write far more than any generation before them. That’s because so much socializing takes place online, and it almost always involves text.

Of all the writing that the Stanford students did, a stunning 38 percent of it took place out of the classroom—life writing, as Lunsford calls it. Those Twitter updates and lists of 25 things about yourself add up.It’s almost hard to remember how big a paradigm shift this is. Before the Internet came along, most Americans never wrote anything, ever, that wasn’t a school assignment. Unless they got a job that required producing text (like in law, advertising, or media), they’d leave school and virtually never construct a paragraph again.

But is this explosion of prose good, on a technical level? Yes. Lunsford’s team found that the students were remarkably adept at what rhetoricians call kairos—assessing their audience and adapting their tone and technique to best get their point across. The modern world of online writing, particularly in chat and on discussion threads, is conversational and public, which makes it closer to the Greek tradition of argument than the asynchronous letter and essay writing of 50 years ago.

Uit de reacties op het artikel maak ik op dat sommige mensen dan toch weer meteen wijzen op het feit dat er ook heel veel jongeren zijn die niet goed kunnen spellen en nauwelijks lezen. Er zijn ongetwijfeld onderzoeken genoeg te vinden die dat onderstrepen.

Dat neemt niet weg dat ik de bevindingen van Lunsford interessant vind. Het is belangrijk dat je ook bereid bent naar de positieve kanten van nieuwe ontwikkelingen te kijken.

@

T-shirt: DespairWear

11 Reacties

  1. festina lente schreef:

    De taalprof heeft daar ook een leuk artikeltje over geschreven.
    Ik weet ook niet of de kwantiteit de kwaliteit verhoogt, maar het zou kunnen. Je ziet inderdaad steeds meer mensen heel veel taalfouten maken, maar misschien schreven die eerst wel niet. En dan is het winst. Maar die fouten worden ook weer door steeds meer mensen gelezen. Waardoor ze denken dat die fouten tot het standaardnederlands behoren.
    Dat is dan weer niet positief.

  2. @Festina: mmmm, daar zit ook iets in. Eentje om te laten bezinken 🙂

  3. schrijverdezes schreef:

    Mijn vader had tantes die alleen de lagere school gevolgd hadden. Toch spelden zij foutloos. Nu schrijft zelfs op de universiteit meningeen niet meer zonder fouten. Gaat het niet om dát verschil?
    Ik realiseer me dat je nu op de lagere school ook andere belangrijke dingen leert die vroeger niet aan bod kwamen, maar toch.
    Dat taal constant verandert en dat 'hij word' op den duur misschien gewoon algemeen aanvaard wordt en dan dus 'goed' is, weet ik ook.
    Goed leren spellen is helemaal niet zo moeilijk, het kost alleen tijd en aandacht. Slimme kinderen pikken het meestal toch wel op, de trageren leren het niet meer doordat er te weinig tijd aan besteed wordt. Ik zie dat als een vorm van discriminatie, want dat het niet belangrijk meer zou zijn is onzin: de sollicitatiebrieven met taalfouten worden het eerst opzij gelegd.

  4. Christian schreef:

    Leuke conclusies inderdaad. Misschien dat het dan met spellen en zo allemaal wel wat minder wordt, maar dit bewijst maar weer eens dat schrijf- en taalvaardugheid meer is dan spellen en grammatica. Het is je ook qua schrijfstijl kunnen verplaatsen in je doelgroep, snel kunnen switchen wat toonzetting betreft, als je een andere community binnenstapt, enzovoort. Zeker in dit snelle, online communicatietijdperk

    Dingen moeten in balans zijn…

  5. Interessant wat je daar schrijft, Schrijver. Vroeger werd het er natuurlijk ook wel wat meer 'ingeramd'en waren er nog heel wat minder afleidingen. De basis van toen is niet meer de basis van nu, zoveel is wel duidelijk. Heeft misschien ook nog te maken met de vaardigheden van de onderwijzers toen?

    Dat van die sollicitatiebrieven klopt wel al moet ik zeggen dat we de laatste keer iemand met veel andere kwaliteiten toch hebben laten komen. Ik zag op het HBO scripties die van de fouten wemelden en kreeg te horen, toen ik daar naar vroeg, dat het HBO zich daar niet meer mee bezig kon houden. Vond ik toch vreemd. Taal hoort ook bij een professie, ben ik geneigd te denken.

    @Christian: met grammaticaal perfect Nederlands ben je er nog niet inderdaad. Het gaat ook om uitdrukkingsvermogen en een 'empathische' stijl soms.

    Wat dat betreft kun je gewoon kijken naar de teksten die je eigen aandacht trekken. Als je kijkt waarom ze dat doen ben je al een heel eind volgens mij.

  6. Mooi dat taal evolueert, vind ik. Taal is volgens mij uitgevonden om elkaar te begrijpen en niet als doel op zich. Vroeger was ik best fanatiek in het verbeteren van schrijffouten van anderen. Volgens mij was dat toch voornamelijk omdat ik het anders toch "voor niks had geleerd". Daarmee houd je je aan het systeem omdat je daarmee bent opgegroeid. Nu erger ik me "enkel" nog aan taal die ik niet begrijp 🙂

    Ook wel interessant: vandaag las ik in interfaces dat computers beter zijn in het filteren van de belangrijke aspecten in menselijk dialogen dan mensen zelf. Vooral de teksten die na woordjes als "MAAR" en "DUS" komen doen er toe. Computers halen die woorden er steevast uit, maar mensen willen er in hun verhitheid nogal eens overheen lezen/horen

  7. @Marina: de evolutie van taal is inderdaad interessant. Maar als het nu om het begrijpen alleen gaat…waarom hebben we dan zoveel verschillende woorden uitgevonden. Ik keek ooit de film quest for fire en vond dat die acteurs prima met elkaar konden communiceren zonder woorden. En nu zit het Engels aan de miljoen woorden. Dat kan toch niet alleen te maken hebben met de samenleving die complexer is geworden, of toch wel?

    Ik probeer ook niet meer te veel op taalfouten te letten in die zin dat ik er niet snel over zal beginnen. Daarvoor maak ik er zelf simpelweg ook veel te veel.
    Nieuwe taal vind ik altijd of grappig of interessant…maar soms merk ik wel dat ik enorm moet wennen aan nieuwe stijlen. Wanneer laat je zelf het oude los, en wanneer niet?

    Maf dat computers dat filteren beter doen. Natuurlijke taal blijft toch altijd nog een struikelblok. Misschien is dit dan ook een stap naar de volgende fase?

    Leuk dat je terug bent overigens 🙂

  8. Goede vraag .. Ik denk dat er zoveel verschillende woorden zijn (maar nog steeds niet genoeg) om de ontelbare nuances van de nonverbale belevingswereld ook in schrift te proberen uit te drukken. (En soms om onmiskenbare nonverbale signalen te maskeren, wellicht? :-))
    Hoe dan ook om boodschappen, intenties en identiteit over te brengen, lijkt me?

    Wat elkaar begrijpen betreft bedoelde ik trouwens dat ik geen moeite heb met spelfouten zolang het duidelijk is wat iemand bedoelt (bedoeld). Dat je daarmee nog niet altijd begrijpt wat iemand wil zeggen is weer iets anders als je begrijpt wat ik bedoel ^^

    Hoe dan ook: ik heb moeite met taalregeltjes die onlogisch zijn en die b.v. dyslectici onnodig veel hoofdbrekens bezorgen. Taal zou eigenlijk van iedereen moeten zijn en niet bepaalde groepen moeten uitsluiten.

    Preparing for the next level, indeed 🙂

  9. @Marien,

    Het zal inderdaad wel samenhangen met dat uitgebreide arsenaal van het non-verbale inderdaad. Taal kan heel mooi zijn maar ik kan me ook best voorstellen dat sommige mensen er afkeer van krijgen, zeker in geschreven vorm, als het te ingewikkeld wordt. Er zijn zoveel dingen die je veel eenvoudiger kunt zeggen.

    Ben zelf ook altijd nogal van de lange, zwierige stijl maar merk wel dat ik steeds vaker korter ga schrijven, gewoon omdat het kan. Twitter is daar altijd wel een leuke reminder voor trouwens. Dat dwingt je altijd om te schrappen. Soms helemaal niet verkeerd 🙂

  10. Daan schreef:

    En toch blijf ik 'ik wordt' een vreselijke taalfout vinden. Vraag maar aan de smurfen…

    //nl.wikipedia.org/wiki/Smurfenregel

  11. Die smurfregel is tenminste lekker helder. Mooie Daan 🙂

Reageer