clear

zoeken

search

De homoeidonheterosemantofonoglos

04 januari 2009


Zijn er taalkundigen in de zaal? Ik zou graag willen weten of het woord Homoeidonheterosemantofonoglos onzin is of niet.

Gisteren werd ik gebeld met de vraag hoe woorden heten die een andere betekenis krijgen als ze een andere klemtoon hebben. Nu weet ik best wel iets van de Nederlandse taal maar ik ben zeker geen expert. Ik haal bijvoorbeeld regelmatig de stijlfiguren door elkaar. Ik durf nooit met zekerheid te zeggen of het nu een pleonasme of een tautologie is, als ik die gebruik.

Maar de homoeidonheterosemantofonoglos dus. Volgens Collignon.tv is dat “een woord dat -zoals de naam reeds zegt- in schrift hetzelfde er uit ziet, maar twee of meer verschillende uitspraken en betekenissen heeft. Het woord ‘weg’ valt dus hier niet onder. Dat heeft wel meer betekenissen, maar één uitspraak.” Wel een goed voorbeeld: kantelen.

Het punt is dat je bijzonder weinig treffers krijgt in Google, als je zoekt op die term. In woordenboeken kan ik het woord ook niet vinden. Dat maakt het begrip verdacht. Er zouden maar 78 woorden zijn die voldoen aan de kenmerken van de homoeidonheterosemantofonoglos.

Er is ook sprake van een tegenhanger: de heteroeidonsemantohomofonoglos. “Er zijn woorden, die gelijkluidend zijn aan andere woorden, maar onderling toch verschillend worden geschreven en ook een verschillende betekenis hebben. In tegenstelling tot de tegenhanger de homoeidonheterosematofonoglos is zo’n woordkoppel niet echt zeldzaam.”

Toen de vraag gesteld werd, met kantelen als voorbeeld, riep iedereen meteen: “dat zijn homoniemen.” Maar dat zijn het dus niet, want ze hebben wel dezelfde spelling, maar een andere uitspraak. Het zijn ook geen homofonen, of polysemen, maar hoe zit het met het homograaf of homogram? Daar lijken de woorden wel aan te voldoen. Daarover zegt de bewuste website echter: “Ook woorden die een betekenisverschil slechts aangeven door verlegging van de klemtoon, vallen af. Een voorbeeld is het woord ‘overdrijft’ (Kroll overdrijft als hij zegt dat de bui wel overdrijft). Pas als met de klemtoonwisseling ook de klank van een of meer letters verandert, mogen deze woorden meedoen. Van woorden die in meerdere verbuigingsvormen tot de h-klasse behoren, zoals ‘geleerde’ en ‘geleerden’ is maar één variant meegeteld.”

Daarom staat een woord als ‘voorkomen’ niet in de lijst van 78 homoeidonheterosemantofonoglos (wat is daar eigenlijk de meervoudsvorm van?)

Dit is een complexe maar interessante kwestie. Komende week ga ik het eens uitpluizen in de bibliotheek. Eindelijk weer eens een onderwerp waarbij ik niet durf te vertrouwen op internet alleen.

Ondertussen houd ik me van harte aanbevolen voor commentaar.

@

13 Reacties

  1. Astrid schreef:

    Geweldig, een taalprobleem! Volgens mij zie ik daar wel mooie kansen voor een 3x woordwaarde en zeker 5x letterwaarde 😉 Hopelijk zijn er genoeg steentjes!

    Ik kan je vraag niet beantwoorden, heb nog nooit van die homonogwat gehoord, maar denk wel gelijk aan Onze Taal. Zij kunnen je vast helpen. En laat even weten hoe het afloopt!

  2. Ingmar schreef:

    Hoewel ik van huis uit ‘neerlandicus’ ben, weet ik ook niet of het woord onzin is of niet.
    Ik heb wel nog een paar aanvullingen (in het Maastrichts dialect).
    broet
    Als je dit kort zegt, zoals hoed in het Nederlands, dan betekent het brood, als je het lang zegt broeoeoet dan betekent het bruid.
    Hetzelfde geldt voor:
    hoes (hoes en huis)
    bal (voetbal en feest)
    val (muizenval en valpartij)

    Overigens vind ik in het lijstje de ‘engelse’ woorden een beetje flauw.
    Ben benieuwd naar de resultaten van je zoektocht.

  3. Ingmar schreef:

    Een nabrander:
    Zie onder andere Rijstartele of veters?, p.30
    en Streektaal.net, onder 3.1.4.

  4. Janneke schreef:

    Ingmar, je haalt me de woorden uit de mond ;-). In het limburgs heb je idd wel van dat soort woorden.

    Tijdens mijn studie psychologie hadden we ook een vak over taal. Mijn tutor was een duitser die heel erg geinteresseerd was in het limburgs vanwege dit fenomeen, omdat dat volgens hem in de nederlandse taal verder niet voorkwam. Dus als ik op een oude herinnering van een duitse wetenschapper af moet gaan, dan vind ik het niet zo raar dat je niets vindt op google want in de officiele nederlandse taal bestaan dit soort woorden niet.

  5. Bedankt voor de reacties, tips en aanvullingen allemaal. Het feit dat hier (en elders) nog geen concreet antwoord is verschenen maakt de kwestie alleen maar interessanter. Ik kom er zeker nog op terug!

  6. festina lente schreef:

    Ook ik zou de vraag achterlaten bij onzetaal.nl > taaladvies. Daar kicken ze op dit soort vragen! Of anders de taalprof. Dan kan hij er gelijk weer een stukje over schrijven….

  7. Het vragenformulier van Taaladvies.net is net even buiten gebruik: //taalunieversum.org/vragen/onderwijs/
    Ik zal nog even geduld uit moeten oefenen tot dinsdag…

  8. Joost schreef:

    @Ingmar en Janneke: Limburgs heeft inderdaad enkele kenmerken van een toontaal (zoals ook het Chinees).
    Overigens heb ik onlangs iets gelezen over dit verschijnsel, al kan ik me niet meer herinneren waar, en of de term homoeidonheterosemantofonoglos gebruikt werd. Het zou in een recente editie van Onze Taal kunnen zijn. Ik ben benieuwd 🙂

  9. festina lente schreef:

    Ik ken wel een paar voorbeelden, omdat deze vraag (niet met die moeilijke Griekse term) ook in het spel ‘Nijlpaard in de achtbaan’ voorkomt: bal, teken, link, links, haar, kussen, haar kussen, schermen, pas, ton etc.

  10. Dat klinkt als een merkwaardig spel. In ieder geval de naam ervan dan toch 🙂

  11. festina lente schreef:

    Zie hier een melige beschrijving op iemand z’n weblog: //frankahummels.web-log.nl/frankahummels/2005/12/nijlpaard.html
    Je kunt er o.a. uit leren dat één van de opdrachten van het spel is/ kan zijn om je favoriete boek te kleien 😉

  12. Ik heb de vraag inmiddels gesteld bij de taaladviesdienst. Niets in de boeken in de ZB, ook niet in het prachtige boek Opperlans, van Brandt Corstius.

Reageer