clear

zoeken

search

De biebindustrie: vol op stoom

28 september 2015

Onlangs vroeg iemand mij waarom ik nog zo weinig schrijf over bibliotheken en bibliotheekvernieuwing. Het antwoord op die vraag kon ik niet in een paar zinnen samenvatten, maar feit is wel dat ik er op Mijns Inziens inderdaad veel minder over schrijf dan voorheen. Ik schrijf hier sowieso veel minder momenteel, omdat ik mijn handen vol heb aan het onderhouden van andere sites en online kanalen. Laten we het er maar op houden dat ik er nogal wat in beheer heb. Maar ik volg het bibliotheeknieuws nog op de voet hoor. In november is het tien jaar geleden dat ik begon met bloggen. Ik denk dat ik niet overdrijf als ik stel dat minstens de helft van die 6500 bijdragen betrekking had op de bibliotheekwereld en aanverwante onderwerpen.

Dat mijn aandacht nu veel meer uitgaat naar lokale en regionale verhalen wil niet zeggen dat ik het biebnieuws zomaar heb los kunnen laten. Zelfs als ik dat zou willen zou het niet handig zijn. Ik zit tenslotte ook nog in de redactie van IP. Ik schrijf nog regelmatig artikelen over het onderwerp en hoewel ik momenteel niet al te veel opdrachten vanuit bibliotheekorganisaties heb, word ik nog wel regelmatig benaderd voor informatie, bijdragen of bemiddeling. Ik schreef het vorig jaar al eens: de bibliothecaris in mij is nog lang niet dood. Op o.a. de Twitteraccount van Open Bibliotheken zie je dat nog wél terug.

Maar dat is uiteraard slechts de helft van het verhaal. Er zijn ook een heleboel dingen waarover ik niet kan of wil schrijven. Ik kan het niet laten om af en toe een beetje te sneren, maar in vergelijking met een paar jaar geleden houd ik me redelijk op de vlakte over alle ontwikkelingen die ik persoonlijk als kwalijk beschouw. Ik ben dat recent maar gaan samenvatten onder het kopje ‘de biebindustrie’. Uiteindelijk komt dat kopje neer op de overwinning van de marketeers, bureaucraten en politici. Ik zie gelukkig nog steeds individuen en kleine groepjes mooie dingen doen, en interessante projecten de ruimte geven, maar het algemene beeld wordt toch bepaald door precies die dingen waar ik zo weinig heil in zag. Een voorbeeld? In 2012 gaf ik voor de zoveelste keer aan ziek te worden van alle rapporten die in grote lijnen al jaren hetzelfde zeggen. Daar is nog helemaal niets aan veranderd, integendeel. Afgelopen week zag ik weer van alles voorbij komen:

Lees die dingen en het gaat je duizelen. Nu eens door de ongelooflijke hoeveelheid vaagtaal die je erin aantreft, dan weer door de enorme complexiteit van het geheel. En dit is dan slechts een recente greep. Daarnaast wemelt het ook nog steeds van de congressen, seminars en masterclasses waar de rode draad nog altijd is dat bibliotheken méér zijn dan boeken en dat de gebruiker opgezocht moet gaan worden. Uit die comfortzone en alles. Het maakt eigenlijk niet zoveel uit of je een hashtag volgt uit 2009 of uit 2015. De boodschap is hetzelfde, de conclusies ook.
Ondertussen zie je dan ook welk werk er zoal voor Jan lul is gedaan, de afgelopen jaren. Ook een voorbeeldje: een groot deel van twee jaar werk aan gemeenschappelijke sites bleek eerder al tevergeefs, door de onmogelijkheden van de gekozen systemen maar pas nu blijkt hoe makkelijk alles weer wordt losgelaten. Zie de site van mijn voormalige werkgever en je weet genoeg. Vergader je maanden over zo’n landelijke huisstijl, wordt die in een paar weken weer rustig afgevoerd. Zulke dingen schijnen achteraf dan ook ook weer een interessant licht op al die adviezen die werden geschreven. Als het zo uitkomt worden die gewoon genegeerd.

Na ja, zo kan ik nog wel even doorgaan. Over de ebooks en marketingmethodieken ga ik niet eens beginnen. Over de slotjes en lokale beslommeringen/politiek al helemaal niet, terwijl dat me nog veel meer aan het hart gaat. Wat dat betreft is het ook wel belangrijk om te constateren dat het tegengeluid eindelijk in de hoek is gedreven door de gevestigde orde. Een jaar of vijf geleden deden artikelen nog wel eens stof opwaaien en wist men er niet altijd raad mee, maar het grote negeren heeft gewerkt. In de tussenliggende jaren heeft men de eigen communicatiekanalen weten op te tuigen en kan de informatie weer grotendeels gecontroleerd worden. De meerderheid van de medewerkers is nog te murw van alle bezuinigingen en andere ellende om daar ten strijde tegen te trekken. Eigen baan eerst. Alle kritiek kun je het maar het beste wegwimpelen als het geluid van de pessimisten, de verzuring van lieden die niet willen zien wat er allemaal voor moois gebeurt.

En dat maakt ook bang. Bang dat je dat stempel krijgt, terwijl je zoveel houdt van een instituut. Als je de aansluiting niet wil missen wil althans. Want laten we wel zijn: er is niemand die je betaalt voor dat tegengeluid. De honorering geldt alleen voor leuk meedoen. Welnu, geloof me maar: ook als ik mooie dingen zie of hoor, zal ik daar nog over schrijven. Juist. De biebindustrie, vol op stoom, glijdt steeds verder bij mijn beleving vandaan, maar het mooie werk van de individuen, al dan niet in eigen tijd? Daar geniet ik nog steeds met volle teugen van.@

Afbeelding 1890: Universiteit van Adelaide

2 Reacties

  1. Joyce Sternheim schreef:

    Dankjewel Edwin, dit verhaal is mij uit het (bibliotheek)hart gegrepen.

  2. En jij bedankt voor je reactie Joyce! Het is toch fijn om te lezen dat je niet de enige bent, die het soms zo ervaart als beschreven.

Reageer