clear

zoeken

search

Fijn, het ging weer eens over de inhoud van het vak

22 juni 2015

Het lukt steeds beter om afstand te nemen van ontwikkelingen in bibliotheekland die ik betreur, maar ik ben er te lang en te intensief mee bezig geweest om het hĂ©lemaal los te laten. Dat lukt gewoon niet. Zo las ik van de week toch weer even mee met de online discussies over het stuk ‘Malle motie‘, van Wim Keizer. Dat is iets over een Nationale Bibliotheekpas, over de bibliotheekwet en over geregeerd worden door angst, dan wel geleid worden door politiek en het subsidie-infuus.

Het is allemaal heel begrijpelijk, dat dingen gaan zoals ze gaan, maar ik krijg er nog altijd een wrange smaak van in de mond. En nog gekker: om een of andere reden trek ik steeds vaker parallellen met allerlei ICT-wantoestanden op nationaal niveau. Dat kan en mag ongetwijfeld niet, maar het gebeurt me. Punt. Ik denk dat het heeft te maken met het feit dat bibliotheken zich in mijn ogen te veel mee laten voeren met landelijke projecten. Hoe ik daar over denk omschreef ik al eens in Digitale bibliotheekvernieuwing: beter ga je het zelf doen.

Vanochtend werd ik ook geattendeerd op een schrijven van Kees Bos, over zijn gevoel bij zijn geliefde bibliotheek in Middelburg. Dat laat me dan ook minstens een uur niet los. Dan moet ik weer even denken aan een oud-collega die me vorige week berichten stuurde over haar blijdschap van die dag. Ze was eindelijk weer eens een keer met de inhoud van het vak bezig geweest. Dat is tegenwoordig al iets bijzonders, blijkbaar. Hoe veelzeggend wil je het hebben?

Maar afstand nemen dus. Dat doe ik door er even over te schrijven. Het is niet eens meer bedoeld als klagen of kritiek. Je verandert toch geen moer aan de status quo. Er even over schrijven is niets meer dan een ouderwets bloggerstrucje. Dan is het weg, en kun je weer verder met leuke dingen.

Oh wacht, om het af te leren en ter afsluiting dan nog een verwijzing naar een leuk boekje uit 1899, dat in m’n feeds van Gutenberg.org voorbij kwam vanochtend. A Library Primer, van John Cotton Dana. Het is grappig om te lezen dat de kern van het ideaal ook toen al stond als een huis. Dat lees je mooi terug in de hoofdstukken What does a public library do for a community? en Suggestions as to general policy of the library. Uit die laatste:

In general, remember always 1) that the public owns its public library, and 2) that no useless lumber is more useless than unused books. People will use a library, not because, in others’ opinions, they ought to, but because they like to. See to it, then, that the new library is such as its owner, the public, likes; and the only test of this liking is use. Open wide the doors. Let regulations be few and never obtrusive. Trust American genius for self-control. Remember the deference for the rights of others with which you and your fellows conduct yourselves in your own homes, at public tables, at general gatherings. Give the people at least such liberty with their own collection of books as the bookseller gives them with his. Let the shelves be open, and the public admitted to them, and let the open shelves strike the keynote of the whole administration. The whole library should be permeated with a cheerful and accommodating atmosphere. Lay this down as the first rule of library management; and for the second, let it be said that librarian and assistants are to treat boy and girl, man and woman, ignorant and learned, courteous and rude, with uniform good-temper without condescension; never pertly.

en:

Finally, bear in mind these two doctrines, tempering the one with the other: 1) that the public library is a great educational and moral power, to be wielded with a full sense of its great responsibilities, and of the corresponding danger of their neglect or perversion; 2) that the public library is not a business office, though it should be most business-like in every detail of its management; but is a center of public happiness first, of public education next.

Oh ja, da’s waar ook: de inhoud van het vak. Oh ja, bijna vergeten: de klant.

@

Foto: Kees Bos

Reageer