clear

zoeken

search

Waarover men wel spreken kan…

27 februari 2015

Als wij met mensen spreken over de handel en wandel van de
Walcherse horeca gaat het meestal over de informatie die we wél delen op de
websites. Dat we daar zo zorgvuldig als mogelijk mee om proberen gaan stipte ik
al eens aan in Moordverhalen uit de Walchersehorecageschiedenis (Barcodes 18 juli 2014). Maar dat we de privacy van
mensen respecteren betekent uiteraard niet dat we nooit dromen van een
encyclopedie die echt alles in kaart brengt, ook de zaken die het daglicht niet
verdragen.
Neem nu alle dwarsverbanden die je zou kunnen leggen op het
gebied van relaties en seks binnen de horeca. Als je dat ook in kaart zou
brengen en zou koppelen aan alle gegevens over exploitanten, medewerkers en
klanten van de horeca, dan zou het verschijnsel ‘ons kent ons’ een compleet
andere lading krijgen. Hoe vaak er al grappen over zijn gemaakt aan de bar durf
ik niet te zeggen, maar feit is dat veel mensen zich wel iets kunnen
voorstellen bij domeinnamen als Veerevoosde.nl. Smullen geblazen! Sommigen
beweren zelfs dapper dat ze bereid zouden zijn te betalen, voor toegang tot
zulke informatie.
Maar hoe verleidelijk en smeuïg zo’n concept ook moge zijn:
we gaan onze vingers er natuurlijk niet aan branden. Je kunt het gewoon niet
maken om openlijk te benoemen wie het allemaal met wie deden. Dat zou je
hooguit kunnen rechtvaardigen vanuit de gedachte dat er zo veel mensen zijn die
zich ooit bezondigden aan (on-)gewenste intimiteiten op de werkvloeren van de
horeca. Ook in de Middelburgse cafés ondervonden we dat laatste letterlijk aan
den lijve, toen begin jaren 90 chlamydia wild om zich heen greep. Chlamydia is
al jaren de meest voorkomende bacteriële soa in Nederland. De aandoening is
weliswaar goed behandelbaar, maar de symptomen blijven soms lang uit, of zijn
niet goed herkenbaar. Daarom lopen veel mensen ermee rond zonder het te weten.
In De Faam van 26 juni 1996 lezen we dat in 1995 bij 110.000 mensen een soa
werd vastgesteld. In 60.000 gevallen betrof het chlamydia.

Nou, de Middelburgse horeca deed leuk mee, kan ik je wel
vertellen. Het begon, zoals zo vaak, met één persoon bij wie de diagnose werd
gesteld, en die het fatsoen had dit te melden bij twee dames met wie hij het
bed had gedeeld. Die twee lieten zich ook onderzoeken en zagen zich
geconfronteerd met dezelfde diagnose. Ook dat duo ging met de billen bloot bij
oud-minnaars. Toen ging het opeens hard. Na een paar maanden bleken tientallen
mensen het te hebben en al snel werd duidelijk dat lang niet alle escapades
even legitiem waren geweest. Man, man, man: het leek wel of iedereen het met
iedereen had gedaan. Die barman met die getrouwde klant, zij weer met een
andere barman. En zo voort. Het was in feite zo erg dat iedereen er maar wat
besmuikt om zat te lachen uiteindelijk. Niemand had er tenslotte blijvend
letsel aan overgehouden, en niemand leek van plan om de eerste steen te gaan
werpen. Dat was, in tegenstelling tot de genoten seks, wel zo veilig. Inmiddels
is het zo lang geleden dat het is verworden tot een mooie anekdote voor bij een
biertje, aan de bar. Maar online blijft het een taboe. Of om meneer Wittgenstein
maar eens vrij te citeren: waarover men
wel spreken kan, daarover kan men niet schrijven
.
@
Deze bijdrage verscheen eerder in de PZC-rubriek Barcodes

Reageer