clear

zoeken

search

Wat ik leerde bij…Vogel Verhuizingen

09 april 2014

Op de meeste van de banen die ik had in de periode voor 1999 kijk ik met plezier terug. Ik leerde overal wel wat. Zo ook bij Vogel Verhuizingen, een Middelburgs verhuis- en transportbedrijf.

Mijn baan als verhuizer is zonder enige twijfel de baan waar ik 22 jaar later nog het vaakst grote verhalen over ophang. Dat ‘m dat niet zit in de duizenden dozen en meubelen waar ik toen dagelijks mee op trappen liep te banjeren lijkt me duidelijk. Als verhuizer mag je gerust zeggen dat je zwaar werk hebt, zowel fysiek als vanwege het feit dat je vaak voor dag en dauw uit bed moet. Een werkdag bij Vogel begon niet zelden midden in de nacht, letterlijk. Een karwei begon namelijk stipt om 8 uur, ook als er ‘geladen’ moest worden in bijvoorbeeld Groningen of Limburg.

Omdat ik in die periode net op mezelf woonde en ‘s avonds graag de hort opging had ik vooral met die werktijden moeite. Ik versliep mezelf regelmatig. Normaal gesproken hoef je dan niet te rekenen op een verlenging van je contract, maar ik had mazzel: mijn appartementje lag in veel gevallen op de route van de vrachtwagens. De meeste chauffeurs waren zo vriendelijk dan gewoon even aan te bellen. Dat ze daarbij voor straf eerst op de zeven deurbellen van mijn buren drukten nam ik aanvankelijk op de koop toe. Mijn buurtjes echter niet. Na de zoveelste ochtendconfrontatie met woedende slaapkoppen besloot ik een tweede wekker te zetten. Noem dat gerust een leermomentje.

Maar waarom dan toch nog altijd die grote verhalen? Welnu: als ‘verhuizer-emballeur’ beleefde ik bijna iedere dag een avontuur. Het was werkelijk krankzinnig. In de twee jaar dat ik voor de firma werkte zag ik talloze panden van binnen, van kleine huurwoningen tot kolossale monumentenpanden. De ene dag verhuisden we de Commissaris van de Koningin van Amsterdam naar Middelburg, de andere zetten we, in samenwerking met politie en gemeentereiniging, de inboedels van wanbetalers op straat, in opdracht van een deurwaarder. Dat laatste was natuurlijk geen werk waar we trots op waren, maar spannend was het altijd wel. Als de achterstallige rekeningen niet alsnog werden betaald moesten wij aan de slag. Aan die taferelen denk ik nog regelmatig terug. Er was die vent die in een flat vier hoog een compleet gedemonteerd autoblok in zijn woonkamer had liggen, of die man die zijn seniorenflat jarenlang had volgebouwd met plastic tasjes, bloempotten en andere meuk. Een triest geval van vereenzaming en vervuiling uiteraard, maar het blijft me vooral bij omdat er maar liefst tweeëneenhalve vuilniswagen voor nodig waren om alles af te voeren. Uit een tweekamerappartement! Bizar.

Maar gelukkig lag de focus op echte verhuizingen. We kwamen zoals gezegd overal. Nu eens verhuisden we een complete bibliotheek (in 1990 verhuisde de Technische Bibliotheek van de Hogeschool Zeeland in Vlissingen naar de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg), dan weer een dame die achteraf toch een heer bleek te zijn. Ik vond de hele dag al dat haar parfum zo zwaar was: het bleek dan ook aftershave te zijn. En wat te denken van die rijke en tevreden klant die zo’n beetje om de vijf maanden verkaste? Het leek wel of hij er schik in had ons steeds op te laten draven. Zelfs toen hij van Scheveningen naar Friesland vertrok gunde hij Vogel de klus. Voor zulke klanten liep je uiteraard een stapje harder.

Het contact met de klanten was ook vaak mooi. Omdat mensen je hun hebben en houwen voor een dag toevertrouwen, en zelf licht ontredderd zijn door alle veranderingen die een verhuizing nu eenmaal met zich meebrengt, ontstaat er een kortstondige maar goede band. Zeker als we de boel ook moesten inpakken was er geen ontkomen aan uitgebreide gesprekken. Ik moet nog altijd lachen om die chauffeur dit terugkwam van een klus die uiteindelijk niet doorging. Een stel was van plan te scheiden en hij zou alles met hun gaan inpakken. Aan de keukentafel werd bij ieder kopje en lepeltje de geschiedenis ervan besproken: “Aaah, weet je nog schat, deze kochten we tijdens onze huwelijksreis in Londen”. Toen de eerste doos was ingepakt viel het paartje elkaar huilend in de armen. De scheiding was van de baan. Daar zit je dan, in je verhuizersoverall. Behoort relatiebemiddeling opeens ook tot je competenties.

Van dit soort verhalen herinner ik me er dus tientallen. Ik heb zelden zo veel gelachen tijdens mijn werk als daar. Hoe leuk een dag precies zou worden hing uiteraard ook samen met de chauffeur met je wie als bijrijder mee mocht. Het was onderweg wel de bedoeling dat je elkaar een beetje scherp hield. Soms zat je zes uur samen op de weg, met stops bij bekende chauffeurscafés in heel Nederland. Een broodje bal met mayo was de standaard. En dan maar ouwehoeren over de toen nieuwe Topline van Scania, de DAF 95, of de bijzondere kwaliteiten van de Mercedes 1617. Al dat truckers- en verhuizersjargon ben ik nooit meer vergeten. Ik roep nog regelmatig dingen als ‘hoog op!’, ‘die pakken we even vierkant’ of ‘eerst kopgoed’. En ‘nooit met lege handen lopen’ uiteraard. Dat doe je gewoon niet, punt.

Ik werd in die twee jaar niet alleen ingezet bij reguliere verhuizingen; ik werd ook nog maandenlang ‘uitgeleend’ aan De Delta, dat toen nog Deltan heette. Het begon ermee dat we daar eens heen moesten voor een interne verhuizing. Op een gegeven moment werden we echter ingezet voor van alles en nog wat. Het hoogtepunt was dat ik samen met collega Tony aan de slag mocht in het toen nieuwe centrale magazijn van die organisatie, in Goes. Wat had ik het daar naar mijn zin. Werken met computers! Transformators takelen! Manoevreren met asbest rioolpijpen en kabelhaspels! Ik leerde er rijden op verschillende heftrucks en mocht op zeker moment zelfs orders pikken met een enorme reachtruck. Daar reed ik nog eens een hele stelling mee aan gort, toen ik even vergat dat ik de autopiloot ervan had uitgeschakeld. Ook toen volgde er echter geen ontslag. De chef daar keek niet zo nauw. Hij was zelfs zo makkelijk dat hij me nog eens gebood een uiltje te gaan knappen in het rubbermagazijn, toen ik een nachtje slaap had overgeslagen voor een feestje in de disco. Juichend kwam ik die avond op de zaak in Middelburg: dat ik ze die dag letterlijk slapend had verdiend. Dat kostte me dus wel bijna mijn baan. Zoiets doe je ook gewoon niet, als je baas je uitleent tegen betaling. Noem dat ook gerust een leermomentje.

Buiten dat leerde ik nog veel meer bij Vogel. Wat hard werken is, bijvoorbeeld, maar ook hoe je efficiënt met beperkte ruimte omgaat (heus: in 40 kuub past minstens 39 kuub). Ik noem maar een paar dingen. Ook essentieel was het inzicht dat je het maar zelden alleen kunt, en dat je altijd moet blijven communiceren. Heb je wel eens met een loodzware kluis op een trap gestaan met een collega, en dan verzuimen te melden ‘dat je ‘m niet meer kan houden’? Dat leer je snel af hoor.

Twintig jaar later denk ik met een grijns terug aan de tijd bij Vogel. Het waren twee fantastische jaren.

Gerelateerd:
Wat ik leerde bij….parkeerbeheer Middelburg
Wat ik leerde bij…de Nederlandse Krijgsmacht
Wat ik leerde bij…Amgas
Wat ik leerde bij… Videotheek Viduet

@

De foto van directeur Hans Haverkort en zijn vrouw Marlies Haverkort-Vogel is gemaakt door Ruben Oreel, voor de website Ondernemersbelang.nl.

3 Reacties

  1. JM MDB schreef:

    Leuk Ed! Het is zulk leuk werk dat ik me nog regelmatig laat inhuren, door de concurrent weliswaar maar dat maakt qua verhalen niets uit.

  2. Huib schreef:

    Ik ken het leven van de verhuizer op mijn duimpje. Ik werkte bij de grote concurent Gebr Vroegop 1.5 jaar gedaan met: Wat een bazen zeg

  3. @Jeroen: stoer! Als ik dat zou doen zou het lichaam flink kraken, denk ik. Help nog wel eens bij vrienden ofzo, maar dan gaat het toch niet meer zo soepel als toen 🙂

    @Huib: ik zal nog eens kijken of ik meer van Vroegop kan vinden. Weet eigenlijk niets, van dat bedrijf.

Reageer