clear

zoeken

search

Mijn sociale media toen en nu: 2009 vs 2014

11 januari 2014

Er wordt vaak gesteld dat het (sociale) medialandschap vaak of continu verandert. Het is inderdaad waar dat veel platformen en diensten de afgelopen jaren net zo makkelijk van het online strijdtoneel verdwenen als ze er ooit verschenen maar er zijn toch ook genoeg websites die handhaven, al dan niet omdat ze in handen kwamen van bedrijven met genoeg investeringsvermogen. Dat valt je eigenlijk pas op als je de toepassingen die je anno 2014 gebruikt vergelijkt met die van vijf jaar geleden. Zo gek veel blijkt er dan eigenlijk niet veranderd te zijn. Kijk maar eens naar de belangrijkste namen:

Blogger
Blogger bestaat al bijna 15 jaar. Nadat Google het in 2003 overnam werd vaak gesuggereerd dat het blogplatform het loodje zou gaan leggen, omdat het niet zou passen in de plannen van de zoekgigant, maar nu, in 2014, bestaat het nog steeds. Ik gebruik Blogger zelf sinds 2005 en nog steeds met plezier en naar volle tevredenheid. Natuurlijk weet ik heus wel dat er betere en hippere alternatieven zijn maar ik zie nog altijd geen reden om over te stappen. Blogger doet wat het moet doen, is laagdrempelig en werkt soepel samen met andere diensten van Google. Koesteren, is het credo. Dat andere media en ontwikkelingen ervoor hebben gezorgd dat het communitygevoel rondom blogs oude stijl is verdwenen vind ik nog steeds jammer, maar het is niet anders. Tijd en aandacht zijn kostbaarder dan ooit tevoren. Het is makkelijker om elders te reageren. Het nieuwtje is er wel vanaf. Bloghanddoeken werden in de ring gegooid. Dat soort dingen.

WordPress
Met het concurrerende blogplatform WordPress heb ik altijd een haat-liefde verhouding gehad. De webbased variant gebruikte ik in 2009 alleen als back-up voor mijn publicaties op Blogger. Daar wilde ik het eigenlijk bij laten. De afgelopen jaren maakte de softwarevariant echter een ongekende opmars als Contentmanagementsysteem (CMS) voor ‘volwaardige’ websites. Een groot deel van de sites die ik (mede) beheer voor opdrachtgevers draait op WordPress. Er was dus geen ontkomen aan. Ik werk dagelijks met het systeem. Niet dat ik er een hekel aan heb, integendeel, maar bloggen doe ik toch nog steeds liever met Blogger, ik kan er niks aan doen. Maar het is een feit: niets wijst erop dat WordPress na een bestaan van 10 jaar zal gaan verdwijnen.

Foursquare
In 2009 gebruikte ik ook Foursquare, maar daar stopte ik na een paar pogingen mee. Ik zag er veel potentie in, maar het werd nauwelijks opgepakt door het bedrijfsleven en andere organisaties. Dan wordt het al snel tamelijk zinloos, om overal maar in te checken. Ik gaf Foursquare daarom het nadeel van de twijfel. Daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van.

Tumblr
Tumblr verkende ik uitgebreid in 2007, het jaar van de lancering, maar ondanks het feit dat ik het een prachtig medium vond ben ik het nooit écht gaan gebruiken, althans, niet in actieve zin. Ik volg daar tientallen blogs, maar die bekijk ik alleen als ik tijd over heb. T.o.v. 2009 is mijn gebruik niet veranderd. Tumblr gebruik ik vooral om afbeeldingen te plukken. Daar wemelt het namelijk van op die site. En het navigeert zo lekker soepel. Of de overname door Yahoo! nog gevolgen zal hebben voor Tumblr durf ik niet te zeggen. Het bedrijf pompte er meer dan een miljard dollar in. Dan mag je er in ieder geval wel vanuit gaan dat de toekomst van het netwerk voorlopig gewaarborgd is.

Twitter
Ah ja, Twitter. Wat heb ik daar al veel over gezegd. Ik gebruikte de dienst voor het eerst in 2007. De grote gebruikspiek lag in 2009 en 2010. Toen twitterde ik er bijzonder lustig op los, met een enkele account. De nadruk lag op de dialoog. Het platform was net zo gezellig en betrokken als snel en informatief. Vijf jaar later is dat nog steeds zo, maar er is ook veel veranderd. Gesprekken lijken minder snel op gang te komen en het voelt alsof mensen nu eerst nadenken voordat ze iets roepen. Buitengewoon verstandig natuurlijk, maar het maakt het er niet spannender op allemaal. Zelf doe ik daar overigens ook aan mee. Ik nam me al vaak voor om het gros van de accounts die ik beheer te bundelen, maar dat werkt toch niet zo goed. Wat moeten de mensen die @bibliotheek20 volgen nu met de tweets van @middelburgdronk? Of de volgers van @wikilovesbieb met die van @emijnsbergen? En nog afgezien daarvan: hoe groot zou de stroom tweets niet zijn als alles wordt samengevoegd? Maar goed: Twitter moge dan anders voelen: het speelt nog steeds een hoofdrol in mijn informatievoorziening en online communicatie. Dat zal nog wel even zo blijven.

Ning
In 2009 gebruikte ik Ning voor verschillende zaken. Als intern kennisplatform bij mijn toenmalige werkgever bijvoorbeeld, en natuurlijk voor Open Bibliotheken. Die laatste website is nog steeds online, het kennisplatform inmiddels niet meer. In de tussentijd werd Ning een betaalde dienst. Vorig jaar werd er een nieuwe versie gelanceerd, die nog steeds niet is losgelaten op de sites die voor 2013 bestonden. Op de vraag of ik Ning dan nog steeds als ietwat gedateerd zal ervaren heb ik dus nog geen antwoord. Maar het platform is nog steeds ok. Ik vind het onbegrijpelijk dat niet meer organisaties het gebruiken. Anderzijds: ik heb vorig jaar een paar opdrachten mogen doen voor bedrijven die er wél mee werken. Ik weet er blijkbaar toch meer van dan menigeen. Daar zul je mij niet over horen klagen, uiteraard.

Facebook
Hou op, schei uit. Ik hoor mezelf nog afscheid nemen van Facebook, in februari 2009. Zie wat er van me geworden is. Naast mijn eigen profiel beheer ik meer dan tien Fanpagina’s, soms in het verlengde van eigen websites, soms voor opdrachtgevers. Dan is er ook nog die uit de hand gelopen weggeefgein: meer dan 7700 leden inmiddels. Wat een waanzin! Maar het is ook een logisch verhaal. Facebook heeft ongekende massa en ondanks alle beperkingen en drempels is de site toch vrij laagdrempelig, zeker als het gaat om reageren, delen en wat dies meer zij. Voor veel mensen is Facebook internet wel zo’n beetje. Zo ken ik aardig wat mensen die de fanpagina van Middelburg Dronk beschouwen als de website zelf. Dat is uiteraard niet wat ik voor ogen had, maar je kunt weinig anders dan je erbij neerleggen en erin meegaan. Het draait er tenslotte om dat je de waarde die je mensen biedt, daar biedt waar ze het hebben willen. Je kunt alleen maar hopen dat je hen zo nu en dan kunt verleiden tot uitstapjes naar plekken buiten de gebruikelijke zones.

Instagram, Flickr en andere fotosites en -apps
Ja hoor, het zijn nog steeds dankbare bronnen voor beeldmateriaal. En inderdaad: ik mik er zelf ook nog wel eens iets op. Als ik vakantie heb met name. Maar daar blijft het dan ook wel bij.

Alle overige diensten van Google
Yup. Bijna allemaal. Toen al, nu nog steeds. Gmail, YouTube, Maps, Hangouts: je zegt het maar.

LinkedIn.
Ja. Iets actiever dan toen, maar het mag nog altijd geen naam hebben. Ik beschouw het vooral als ‘één van de vele interactieve adresboeken op het web’. Handig om over te kunnen beschikken, maar geen dagelijkse kost.

Er zijn ook een aantal sites en toepassingen die ik nu intensief gebruik, maar in 2009 nog niet.

MediaWiki
Over MediaWiki kan ik kort zijn. In 2009 gebruikte ik dat platform alleen passief, bij het raaplegen van bijvoorbeeld Wikipedia. Nu is het de basis van Middelburg DronkVeere Dronk en Vlissingen Dronk. Het CMS heeft veel beperkingen (vraag dat maar aan technisch beheerde Thomas Filius) maar ik ben er desondanks van gecharmeerd. Omdat het zo lekker wegordent. Omdat de structuur zo lekker wordt opgepikt door Google. Whatever.

Google Plus
Het sociale netwerk van Google was in 2009 nog niet in beeld. Ik kijk er hooguit een keer per week op, passief. Blogposts worden door Google automatisch doorgeplaatst. Ik vind het een mooi platform, maar kom er gewoon niet aan toe

Newsify/Feedly
Het hart van mijn informatievoorziening. De grote input. Toen nog niet, vanwege Netvibes en Google Reader, nu wel, omdat Netvibes het aflegde en Google Reader verdween.

Pinterest, Flipboard en andere nieuwkomers
Ik vind ze prachtig. Maar ik schaar ze in de categorie apps die ik nauwelijks activeer op de telefoon. Je moet nu eenmaal kiezen. Het houdt ergens op, tijdtechnisch gezien.

Als ik het zo even snel op een rijtje zet constateer ik dat er helemaal niet zo veel is veranderd in mijn informatiebeleving, de afgelopen vijf jaar. De sites en toepassingen die toen gebruikte, gebruik ik nu nog steeds. Ik zal niet snel zeggen dat ik minder experimenteer dan toen. Apps als Vine, Snapchat of Jelly download ik meestal nog wel even, om te kijken of ik er iets mee kan. Meestal is dat niet het geval. Het kan natuurlijk best dat dat meer zegt over mij dan over die apps, maar ik denk dat ik nog steeds opensta voor tools die toegevoegde waarde hebben, die me ondersteunen bij informatiemanagement, infotainment en communicatie. Ik saneer echter wel rigoreuzer dan voorheen. Overvloed en onbehagen, je weet zelf.

@

Foto redactie Tijdschrift het Leven 1925: Het Geheugen van Nederland.

2 Reacties

  1. Annemieke schreef:

    Mijn complimenten, erg leuk blog! Ik vind het opmerkelijk dat u weinig verandering ervaart binnen de informatie beleving, hier kan ik mij ergens wel in vinden. Echter is het gebruik wel enorm opgelopen. Daarnaast is het gebruik verplaatst van desktop naar mobiele apparaten. Website optimalisatie wordt hierbij van noodzaak om de informatiebeleving juist te blijven weergeven.

  2. Dank je Annemieke. Mobiel is vaak nog een zorgenkind inderdaad. In combinatie met de overvloed en toegenomen gebruik is dat zeker een probleem voor de aanbieders. Als het niet werkt of er niet goed uitziet, dan ben je zo weer weg…

Reageer