clear

zoeken

search

Behoorlijk bestuur: begint dat niet met behoorlijk toezicht op toezicht?

30 november 2013

Heb jij dat ook wel eens, dat het gevoel je bekruipt dat je gedurende een periode vaker met bepaalde fenomenen wordt geconfronteerd dan normaal het geval is? Dat je bijna gaat denken dat je gewoon ‘even aan de beurt bent’?

Ik ervaar het fenomeen ‘dubbele agenda’s’ dit jaar op die manier. Ik weet niet wat het is. Misschien let ik er meer dan vroeger op, maar momenteel lijkt het soms net of bijna iedereen -vaak of zo nu en dan- bepaalde informatie verzwijgt omdat er ook nog andere belangen zijn. Steeds weer die addertjes onder het gras, die stokken achter deuren of die onthullingen uit achterkamertjes.Verbaasd ben ik er niet meer over, maar ik schrik er toch iedere keer weer van. Het waarlijke sluwe slechte went nooit, en dat is misschien maar goed ook.

De confrontatie die mij nog het langst zal heugen is die met de wereld van Raden van Toezicht. Daar had ik me werkelijk nog nooit in verdiept. Ik ging me pas afvragen hoe die werken toen ik las dat een man die vorig jaar nog zwaar in opspraak was wegens fraude, nog wel ‘gewoon’ deel uitmaakt van een Raad van Toezicht elders, en dan anderhalf jaar later vanuit die positie nauw betrokken kan zijn bij de aanstelling van iemand wiens sporen ook naar dat opwaaiend stof van toen zijn te herleiden. Omdat je het zonder diepgaand onderzoek niet hard kunt maken kun je ook niet zomaar man en paard noemen, maar je hoeft geen Sherlock Holmes te zijn om de dwarsverbanden te zien. Een beetje googlen en lezen brengt je al verder dan je had willen komen wellicht.

Maar dat is nog niet het gekste. Als je de beschuldigingen van toen, voor jezelf, eenmaal beschouwt als waar, dan ga je je afvragen waarom zulke mensen hun huidige functies nog steeds mogen en kunnen bekleden. Daarom sla je er eens wat statuten op na, en dan lees je dat alleen de leden van de Raad van Toezicht zelf nieuwe leden aanstellen of ontslaan. Je gaat vervolgens naarstig op zoek naar ‘de bewakers die de bewakers bewaken’, maar je vindt ze niet.

Daar snap ik niets van. Ik vind het buitengewoon oninteressant om over bestuurlijke en juridische aangelegenheden te lezen, maar hier wil ik toch wel eens wat meer van weten. Omdat ik het nauwelijks kan geloven. Omdat ik vind dat het gevaarlijk en eng is. Zouden ook daarom steeds meer toezichthouders in de culturele sector uit het bedrijfsleven komen? Opeens heeft een advies van Femke Halsema en kornuiten, van september dit jaar, wél mijn aandacht. In Een lastig gesprek – Advies Commissie Behoorlijk Bestuur lees ik onder meer:

In de praktijk ontbreekt vaak een cultuur in organisaties die het geven van feedback faciliteert. Zowel positief als negatief commentaar vindt geen uitweg en dit belemmert het functioneren van de organisatie als geheel. Oorzaken zijn de vaak grote afstand tussen het primaire proces op de werkvloer en het management, taakvervuiling, sterke verzakelijking en bureaucratisering.

Dit vraagt om mechanismen die commentaar mogelijk maken. Er zijn geïnstitutionaliseerde vormen van inspraak, voor personeel en ‘klanten’, en er zijn meldpunten voor misstanden, zoals vertrouwenspersonen en een klokkenluiderregeling. Maar dat volstaat niet. Als een organisatie feedback zoekt, heeft ze weinig aan het afvinken van de jaarlijkse plichtmatige vragenrondes die zonder gevolg blijven. Om terugkoppeling en commentaar mogelijk te maken is een aanspreekcultuur nodig. Een open cultuur, waarin mensen straffeloos kunnen melden wat mis dreigt te gaan of waar zich een ongeregeldheid voordoet. Pas als mensen zonder gevaar voor hun eigen positie kunnen spreken over de twijfels die ze hebben bij een bepaalde handelswijze, krijgt de organisatie de kans te leren hoe werk in het vervolg beter geregeld kan worden.

Een aanspreekcultuur. Dat klinkt goed. Maar als je aanspreekt moet je wel goed beslagen ten ijs komen. Dat heeft tijd nodig, vrees ik. Voor nu houd ik het bij meezingen met de jongetjes van Mucky Pup, om mijn zalige onwetendheid nog maar even te vieren.

Could you? You could never,
stop this world from turning for the better.
And can’t you? Can’t you see? 
This world is run on tricks held up a sleeve.

Gerelateerd:
Gelezen: Het Innovatieplatform

@

2 Reacties

  1. Con schreef:

    Fronsende herkenning bij mij en goed verwoord. Heb een hang naar transparantie. Was een goed voornemen v mij bij de start v mijn werk als manager.
    Maar dat het zo'n opgave zou zijn, om het spel, het strategisch spel te veranderen, vanuit transparantie te spelen – dat had ik nooit verwacht. En dat het zich ook in de bibliotheeksector afspeelt: iedere keer raakt het me weer. Instictmatige overlevingsdrang? Als de kat in het nauw is, dan is blijkt geen loyaliteitsgedachte meer te zijn.
    Ik hoor steeds de stem v mijn schoonmoeder als ik dit soort zaken (dat de mens echt niet zo slecht is, dat politici met passie aan hun werk werken, dat directies ook het beste met hun bedrijf willen) met haar bediscussieerde: wacht maar kind. Je hebt nogbje jeugdige naieviteit. En vaker dan ik wil geef ik mijn wijze schoonmoeder gelijk.

  2. Hoi Con,

    Dank je wel voor je reactie. Het is niet leuk om te lezen dat je er dingen in herkent vanuit je werk in de sector, maar het is wel prettig dat je het bevestigt. Ik ben er van overtuigd geraakt dat het juist dit soort dingen zijn die zoveel kapot maken, deels van binnenuit. Dat onschuldige van ooit slijt vanzelf, dat zag je schoonmoeder goed. Maar wat doet het dan vervolgens met mensen? Wordt men murw of apatisch? Of vaart men een eigen koers, netjes om het gekonkel heen laverend? Ik ben de laatste paar jaar dat laatste wat meer gedaan, maar moet toegeven, buiten de sector speelt het ook, soms nog veel heftiger. Lastig hoor, dat dicht bij jezelf blijven 🙂

Reageer