clear

zoeken

search

Online: het rapport Inventarisatie innovatie openbaar bibliotheekwerk

05 oktober 2013

In juli plaatste ik hier, in opdracht van SIOB, een oproep voor innovatieve projecten of concepten in de openbare bibliotheeksector. Die inventarisatie rondde ik eind augustus af en verwerkte ik een maand geleden tot een rapport, dat ondertussen al is gebruikt voor twee ‘innovatiedenkdagen’ die SIOB organiseerde. Deze week is het rapport ook online gezet door het Sectorinstituut.

Dit was een opdracht naar mijn hart. Ik kreeg van Adeline van den Berg alle vrijheid om te werken zoals ik dat graag doe, naar eigen inzicht en grotendeels digitaal. Dat betekent niet dat ze me ook maar een beetje liet aanmodderen. We hielden contact via Skype en Hangouts en bij de afronding van het rapport voorzag Adeline mij van nuttige feedback en hielp ze me met de gewenste lay-out van het document. Die manier van samenwerken is minder vanzelfsprekend dan je zou denken. Laat ik het erop houden dat het maar al te vaak anders gaat.

Aan de inventarisatie zelf had ik iets meer werk dan ik op voorhand had ingeschat. Ondanks de vakantieperiode werden er toch nog meer dan 90 projecten ingezonden. Ik had gelukkig een klein format gemaakt, dat het verwerken van de inzendingen makkelijker maakte, maar ik maakte de fout daar geen formulier voor op te stellen. Het gevolg was dat de inzendingen in alle denkbare vormen binnenrolden. Dat kostte me veel onhandig knip- en plakwerk. Het werd ook al snel duidelijk dat lang niet alle gegevens al openbaar gepubliceerd mochten worden. Dat leidde ertoe dat ik alle bijlagen ook nog moest verzamelen in een afgesloten omgeving (Google Docs). Problematisch was dat allerminst, maar dat soort ‘leermomenten’ kosten je toch al gauw een uurtje of wat extra.

De inhoudelijke beoordeling van de inzendingen maakte geen deel uit van mijn opdracht, maar ik las de projectbeschrijvingen natuurlijk wel. Enerzijds omdat ik de rode draden binnen het geheel wilde ontdekken, anderzijds omdat het onderwerp bibliotheekvernieuwing nu eenmaal mijn interesse heeft. Mijn algemene indruk was dat er veel meer gebeurt dan ik of menigeen denkt (inderdaad: kennisdeling is nog steeds een aandachtspunt) maar tegelijkertijd ontdekte ik maar een paar projecten waar mijn hart echt wat sneller van ging kloppen. Maar wat wil je ook? Ik ben nu eenmaal zeer kritisch over projecten die subsidies als belangrijkste uitgangspunt hebben en vind een project ook niet zomaar innovatief. Maar dat ik het anders presenteren van je collecties, of het samenwerken met nieuwe partners meestal niet beschouw als innovatief, wil nog niet zeggen dat het ook niet innovatief is. Het is maar net hoe je innovatie definieert. Dat alles neemt niet weg dat ik ook veel interessants zag. Ik vond het verbazingwekkend om te zien hoeveel recente projecten met potentie er lopen bij Cubiss, vind het prachtig wat er gebeurt in Friesland en las met veel belangstelling een aantal bijlagen, zoals de Meesterproef van Jose Romijn van de OBA, De bibliotheek uit de kast!  Ik zag ook minder mooie dingen. Zo had ik van sommige provincies gewoon wat meer verwacht, op basis van projecten uit het verleden.

Maar goed, ik dwaal af. Mijn mening is niet relevant in dezen. Het rapport zelf is te vinden op de website van SIOB en op SlideShare. Uit dat document pluk ik hier nog even de (ongevraagde) aanbevelingen.

Aanbevelingen

  • Maak ook gebruik van kennisbanken (data) en expertise (mensen)  van organisaties buiten de bibliotheekbranche. Denk bijvoorbeeld aan een bron als die van Digitaal Erfgoed Nederland, (//www.den.nl/pagina/203/over-de-projectenbank). Die databank bevat weliswaar veel oudere projecten rondom de digitalisering van krantenarchieven en andere collecties, maar ook een aantal recentere, zoals DOK Agora – Storyboard of my Life, uit 2008-2009. Te denken valt ook aan intensievere samenwerking met archieven, musea en de journalistiek. Het gaat uiteraard om kennisdeling rondom innovatie binnen de openbare bibliotheeksector, maar daarbuiten zijn ook veel aanknopingspunten te vinden: veel wielen zijn elders al uitgevonden. Op nationale schaal kom je niet zo snel tot goede afspraken, maar op het niveau van de PSO’s en basisbibliotheken valt er nog veel te ondersteunen en stimuleren.
  • In de discussie over de toekomst van bibliotheekinnovatie kan het zinvol zijn om ook even terug te blikken op het verleden. Denk bijvoorbeeld aan de 17 projecten die het Ministerie van OCW in 2009 honoreerde uit de subsidieregeling bibliotheekinnovatie (zie het artikel SIOB wil rolverdeling beoordeling projecten , van Wim Keizer, voor meer informatie): Hoe is het gegaan met die projecten? Heeft de hele sector ervan geprofiteerd? Vaak hebben andere bibliotheken wel de wil of de intentie om een voorbeeldproject ook op te pakken, maar de financiële middelen ontbreken doorgaans (of men stelt andere prioriteiten). Een goed voorbeeld was het project Wikilovesbieb. Onderzoek wees uit dat andere bibliotheken de samenwerking met Wikipedia ook wilden oppakken, maar alleen als de formatieplaatsen betaald zou worden. Hoe doorbreek je dat? Is er geen mogelijkheid om kleine teams te formeren die zulke projecten voor de gehele sector doen? Dat SIOB dan vooral coördineert dat bibliotheken een klein steentje bijdragen, naar model van de pilot Sociale Media van de Rijnbrinkgroep, i.s.m. openbare bibliotheken?
  • Aansluitend op punt 2: de inventarisatie levert vooral een momentopname op van projecten die al lopen of die binnenkort in gang worden gezet, meestal door bibliotheken of PSO’s. In de afgelopen jaren waren er echter ook initiatieven van individuen en informele samenwerkingsverbanden die geen ondersteuning kregen van bibliotheekorganisaties, wellicht omdat ze buiten ‘de gangbare subsidiestructuren’ (meestal in de vorm van projectplannen die worden ingediend door organisaties)  vallen. Het zou een overweging kunnen zijn om ook landelijke middelen te reserveren voor de ondersteuning van zulke initiatieven, in welke vorm dan ook.
  • Besteed ook aandacht aan trends van de toekomst. Dat de bibliotheekwereld nog niet werkt aan bepaalde projecten of toepassingen wil niet zeggen dat het niet opgepakt zou moeten worden.
  • Onderzoek hoe het komt dat deze inventarisatie vooral projecten opleverde, en nauwelijks ideeën en concepten. Hangt dat samen met subsidiestructuren, of is het wellicht raadzaam om zulke input op een andere manier te inventariseren?
  • Het is maar de vraag of je in het geval van ondersteuning van innovatie moet kijken naar projecten die al door veel bibliotheken worden uitgevoerd en waar al veel draagvlak voor is, of juist naar projecten die zich nog in de experimentele fase bevinden. Dit hangt uiteraard nauw samen met de definitie van innovatie die je hanteert, maar in de wereld van de commerciële innovatie zijn het vaak de compleet nieuwe, nog niet breed gedragen ideeën die het meeste succes boeken. Zulke ideeën verdienen enige ruimte.
  • Niet alle projecten waarvan algemeen wordt aangenomen dat veel bibliotheken er veel aandacht aan besteden komen naar voren in deze inventarisatie. Denken aan projecten zoals Boekstart, de Bibliotheek op School, het retailconcept en de inzet van tablets in het bibliotheekwerk. Het kan interessant zijn daar nader onderzoek naar te doen. Het is niet denkbeeldig dat juist die projecten veel beslag leggen op formatieplaatsen en middelen van bibliotheken, en daardoor een beperkende uitwerking hebben op de ruimte die er is voor innovatie, met name op het digitale vlak.

Projecten en aandachtsgebieden die niet of nauwelijks genoemd worden.
Een aantal innovatiegebieden werden in de inventarisatie niet of nauwelijks genoemd, terwijl je zou verwachten dat bibliotheken er veel aandacht aan zouden schenken, omdat het aansluit bij de wensen van de klant van nu. SIOB zou kunnen overwegen ook aandacht te besteden aan dergelijke ontwikkelingen, juist omdat de meeste bibliotheken er zelf niet aan toekomen. Of juist die ene bibliotheek die er wel aan werkt een voortrekkersrol laten vervullen.

  • Innovatie op het gebied van (online) marketing en digitaal inlichtingenwerk.
  • Ontwikkeling van lokaal toepasbare apps. Niet of nauwelijks voor mobiele apparatuur, maar ook geen widgets voor de landelijke Widgetstore van Bibliotheek.nl, terwijl het idee daarachter ook was dat bibliotheken zelf widgets zouden aanleveren, opdat de gehele sector er gebruik van zou kunnen maken.
  • Zoekmachineoptimalisatie, contentcreatie en samenwerking met ‘open’ organisaties zoals WikiMedia en Archive.org.
  • Cultureel ondernemerschap. Hoe ver zijn bibliotheken daar anno 2013 mee? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zei  daar eerder het volgende over:  “Het versterken van cultureel ondernemerschap is één van de thema’s geweest binnen het traject van bibliotheekvernieuwing. Uitgangspunt daarbij is dat lokale bibliotheken de vaardigheden ontwikkelen om zich beter te wortelen in de lokale omgeving door producten specifiek voor de lokale gemeenschap te ontwikkelen. Cultureel ondernemerschap raakt daardoor aan lokale bibliotheekvernieuwing. Geconstateerd is dat de vaardigheden van het huidige personeel in de bibliotheeksector moeten worden versterkt.”
  • Meer of meer concreets doen met (serious) gaming, augmented reality, locatie-apps en, later, met nieuwe toepassingen als Google Glass.

@

Reageer