clear

zoeken

search

Ongebruikte informatie

06 juni 2011

Naarmate onderzoekers de beschikking hebben over meer online bronnen gebruiken ze er minder. Die conclusie trok de onderzoeker James Evans in een onderzoek dat in de zomer van 2008 gepubliceerd werd in het tijdschrift Science Magazine. Uit het onderzoek kwam overigens niet alleen naar voren dat onderzoekers steeds minder vaak citeren uit andere onderzoeken maar ook dat ze vaker verwijzen naar recente onderzoeken dan naar oudere. Hoewel andere onderzoekers in 2010 weer aantoonden dat de bevindingen van Evans niet opgaan voor alle vakgebieden en alle databases, maakte het onderzoek wel een ding goed duidelijk: ook wetenschappers hebben last van de informatietsunami die de kenniseconomie al jaren teistert. Dat hoeft niet per se te betekenen dat papers aan kwaliteit verliezen maar het betekent misschien wel dat meer en meer onderzoekswerk in digitale containers verdwijnt om er zelden of nooit meer uit te komen.

Het schijnt dat er inmiddels ongeveer 1800 exabyte aan digitale informatie beschikbaar is. Voor de duidelijkheid: dat is 1,8 met twintig nullen er achter. Dat kun je als normaal mens niet eens meer bevatten. Maar hoeveel van die informatie zou nu ook daadwerkelijk gebruikt worden? Over wat voor aantallen spreken we dan? Je zou het kunnen vergelijken met een bibliotheek die een miljoen banden bezit, waarvan driekwart is opgeslagen in een depot. Sommige boeken worden zo nu en dan nog opgevraagd maar het overgrote deel behoort tot het statische archief. Zelfs onder de recent aangeschafte titels tref je een aanzienlijk percentage boeken aan dat nooit wordt uitgeleend.
Hoe groot de hoeveelheid ongebruikte of nauwelijks gebruikte informatie is zal altijd wel een vraag blijven. Misschien is het wel zo dat er in de toekomst een technologie wordt bedacht die de loze data kan herkennen en elimineren. Je kunt tenslotten heel goed meten hoe vaak digitale bestanden geraadpleegd of gedownload worden.

Omdat de informatie toch al niet gebruikt werd zal er geen haan naar kraaien. Een bijkomende factor is het feit dat er zo veel alternatieven zijn. Ik denk nu aan het verhaal van de Ghost Writer met het pseudoniem Ed Dante, die in The Chronicle  van november 2010 vertelde hoe hij al jaren, tegen betaling, duizenden papers schreef voor Amerikaanse universiteitsstudenten. Zijn woorden waren veelzeggend:

Then I start Googling. I haven’t been to a library once since I started doing this job. Amazon is quite generous about free samples. If I can find a single page from a particular text, I can cobble that into a report, deducing what I don’t know from customer reviews and publisher blurbs. Google Scholar is a great source for material, providing the abstract of nearly any journal article. And of course, there’s Wikipedia, which is often my first stop when dealing with unfamiliar subjects. Naturally one must verify such material elsewhere, but I’ve taken hundreds of crash courses this way.

Deze column verscheen ook in Digitale Bibliotheek 5, 2011
@

Reageer