clear

zoeken

search

Het informatieprobleem van de Amerikaanse inlichtingendiensten

09 januari 2010

Een paar jaar geleden kocht ik het boek Chatter, van Patrick Radden Keefe. Dat boek biedt een fascinerend inkijkje in de afluisterpraktijken van inlichtingendiensten wereldwijd. Het boek gaf echter niet op al mijn vragen een antwoord. De belangrijkste vraag waar ik mee bleef zitten: welke technologie maakt het in godsnaam mogelijk om al die miljarden mails, sms’jes, telefoontjes, tweets en gecodeerde informatie (steganografie bijvoorbeeld) te verzamelen en analyseren? Vandaag las ik het NRC-artikel Geheime diensten van VS verzuipen in de data het antwoord: die technologie bestaat niet. Dat zegt James Bamford althans, zij het op impliciete wijze.

De uitbreiding van de informatiewinning is inderdaad duizelingwekkend, zegt oud-NSA-medewerker Matthew M. Aid, die vorig jaar een gezaghebbende geschiedenis van de NSA publiceerde. Hij rekent voor dat de NSA in 2004 1 biljard (een miljoen miljard) bits aan data verzamelde, evenveel als de Library of Congres. ” Dat is de grootste bibliotheek ter wereld, die beschikt over een exemplaar van elk boek dat ooit ergens ter wereld officieel is uitgegeven. In 2009 was de dataverzameling al uitgegroeid tot 4 biljard bits. „Dus het stijgt met bijna 100 procent per jaar! Niemand– helemaal niemand – zal ooit in staat zijn dit nog te analyseren.” Het is volgens Aid een scheve voorstelling van zaken dat spionagediensten voldoende informatie hadden om de Nigeriaanse verdachte vooraf aan te houden. Het is achteraf met een microscoop inzoomen op een mier terwijl de analisten voor de bijna-aanslag honderdduizenden mieren in de gaten moesten houden, zegt hij.

Duizelingwekkend zijn de cijfers inderdaad maar verbazing mogen ze niet wekken. Het verbaast het me dan weer wel dat de FBI een beroemde/beruchte internet-imam als Anwar al-Awlaki over het hoofd zag. Die man kun je met de beste wil van de wereld geen mier meer noemen. Ik kan me niet voorstellen dat je, als je een groot team van informatiespecialisten in dienst hebt (die ook goed thuis zijn op sociale netwerken), zo’n man niet in je vizier krijgt.

Deze materie boeit me enorm, vooral omdat het zo goed illustreert hoe groot het informatieprobleem anno 2010 is. Als zelfs de dik gefinancierde organisaties die zijn gespecialiseerd in het inwinnen van informatie niet meer verder komen dan een analyse van slechts 1% van de verzamelde informatie, dan weet je hoe laat het is.

Een ding is zeker: informatiemanagement, en daarmee informatiespecialisten ook, wordt steeds belangrijker.

De boeken van James Bamford zijn te vinden in Worldcat.

@

Afbeelding: Gustave Doré

4 Reacties

  1. Ingmar schreef:

    Martijn Lems attendeerde me nog op deze aanvulling.

  2. Dank Ingmar, dat is een interessant artikel!

  3. Jaroen schreef:

    Check: //en.wikipedia.org/wiki/National_Security_Agency

    Analyse van gegevens door patroonherkenning. Dat is een pure mathematische aangelegenheid. En niet 100% zeker, zoals o.a. blijkt uit het recente verzoek om onderzoek naar de effectiviteit van de informatiediensten.

  4. @jaroen: maar er zit toch ook wel een niet-geautomatiseerde component bij? Dat dacht ik iig op te maken uit //en.wikipedia.org/wiki/Intelligence_analysis_management

Reageer