Het kan verkeren
21 december 2009Dat ik veel te weinig struin door de rijkgevulde archieven van DBNL is eigenlijk al erg genoeg maar dat ik de Nederlandse variant van Wikisource niet meer heb bezocht sinds Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak is ronduit schandalig.
Als je op die pagina alleen maar navigeert via de ingang ‘willekeurige pagina’ schiet je door mooie en wonderlijke reeksen teksten. Een willekeurig pad:
Biladi, Biladi, Biladi—De middag van het feest en het eind van den dag—Bilderdijk/Vertrouwen—GC/X-Beelden—Toevoegsels op Ester 1—Commentarii de bello Gallico—Rotterdamsch welvaren 1550-1650.
Het is toch fantastisch dat gebruikers als Evil berry de moeite nemen dit soort teksten toe te voegen aan Wikisource?
En zo stuit je, spelenderwijs, ook nog op een prachtgedicht van Bredero: Wat dat de wereld is.
Dat weet ick al te wis
(God betert) door ’t versoecken:
Want ick heb daer verkeert
En meer van haer geleerd
Als vande beste boecken.
Want of ick schoon al las
Het geen soo kunstigh was
Als Goddelijck geschreven,
Ten gingh ter ziel noch sin
Soo nyver my niet in
Als ’t eygen selfs beleven.
Nu heb ick ’t al versocht:
Soo dool, als onbedocht,
Soo rauw als onberaden.
Och Godt! ick heb te blind
En al te seer bemind
De dingen die my schaden.
De ondertitel van dit Geestigh Liedt luidt nuchter: «Ick schou de Wereld an».
Dát heeft Bredero aan de Nes en op de Wallen gedaan. Hij keek om zich heen en zoog de bonte taal van «zijn» Amsterdammers in zich op, verteerde haar en kotste de woorden en zinnen van de straat weer uit in zijn stukken, geschreven in de «moerstaal», het brutale idioom van de Mokumse man en vrouw uit de kroegen en bordelen.
Ah zo 🙂