clear

zoeken

search

Gelezen: Mediamores

22 oktober 2009

Ik lees het weblog van Henk Blanken, adjunct-hoofdredacteur van Dagblad van het Noorden, altijd bijzonder graag. Dat komt omdat Blanken niet alleen graag schrijft over onderwerpen die mij interesseren (internetcultuur, copyright, burgerjournalistiek ,de digitale kansen en bedreigingen waar ‘oude media’ zich mee geconfronteerd zien), hij schrijft ook scherp en doordacht. Ik beschouw Blanken als een journalist die op de gewenste manier met zijn tijd is meegegaan: hij houdt vast aan journalistieke waarden en normen ‘van weleer’ maar hij omhelst de mogelijkheden van het internet zoals we het nu kennen ook. Dat omhelzen doet hij enthousiast maar ook genuanceerd en juist op dat laatste wordt Blanken ook wel eens afgerekend. Onlangs nog.

We herinneren ons allemaal de recente ophef in de blogosfeer over het nieuwe beleid van Buma/Stemra. Ook ik liet mijn afkeer duidelijk blijken en dan verre van genuanceerd. Ik denk ik er nooit bij na of ik dat wel kan of mag doen. Ik ben tenslotte geen journalist. Ik schrijf grotendeels op persoonlijke titel. De enige mores die ZB Digitaal kent zijn de afspraken over het niet naar buiten brengen van interne zaken. Henk schrijft op zijn weblog ook op persoonlijke titel maar zou – als journalist die zonder nuance schrijft – zijn geloofwaardigheid eerder verliezen dan ik als bibliothecaris. Er zijn vast ook collega’s die vinden dat het verschil tussen informatiespecialisten en journalisten helemaal niet zo groot is (betrouwbare informatie moet je genuanceerd brengen!) maar ik zie dat anders.
Hoe het ook zij: Blanken schreef over het ‘lullige gelijk van Buma’ en kreeg prompt een wat minder genuanceerd deel van de blogosphere over zich heen. Op 17 oktober j.l kwam hij terug op die kwestie in De Buma en de bloggers: gelijk hebben en gelijk krijgen.

Als je nu wilt weten waar Mediamores over gaat zou je eigenlijk de twee genoemde postings eens moeten lezen en vooral ook de reacties daarop, zowel op Mediablog als elders. Het is precies dat aspect van de internetcultuur dat de auteur als leidraad neemt: hoe kan de gevestigde media zich openstellen voor de online dialoog als er zo snel met modder wordt gegooid? Hoe ver kun je daar als professional in meegaan zonder je geloofwaardigheid te verliezen? In het intrigerende hoofdstuk ‘Over waarheid en ironie’ gaat Blanken daar dieper op in. Hij stelt dat we leven in het tijdperk van de ironie. Een citaat van de bijbehorende website (niet exact hetzelfde als in het boek):

Ik ben niet ik

Ironie is zo oud als de mensheid. Ironie als filosofische houding is moderner: sinds pakweg de achttiende eeuw kijken we ironisch, met afstand dus, naar de wereld om ons heen. Het postmodernisme gaat een stap verder en kijkt ironisch naar alles, het neemt niets – en kunst al helemaal niet – serieus, niets is meer echt. Het was dat postmoderne cultuurrelativisme waartegen de Time-commentator na 9/11 in opstand kwam.

Zou het kunnen zijn dat in een digitale cultuur dat postmodernisme nog eens gekwadrateerd wordt? Op het net nemen we immers ook een loopje met onszelf, verschuilen we ons achter avatars en nicknames en driedubbele identiteiten. Ik ben niet ik.

We nemen alles met een korrel zout, de incomplete en onbetrouwbare waarheid van Wikipedia is goed genoeg. We malen niet om uniciteit en originaliteit, maar knippen en plakken een leven bij elkaar. Kunst is uit – want moet betaald worden. Parodie is in – want mag gratis worden gemaakt en gedownload – ten onrechte denken auteursrechthebbenden er anders over (zie dit essay van Karin Spaink).

Wie – zoals ik – dacht dat internet geen plek is voor ironie, heeft buiten de waard gerekend, buiten YouTube, en goedkope camera’s en flash. Het net heeft moeite met geschreven ironie. Op fora faalt ironie meestal vanwege de kortademigheid, de haastigheid, het ongeduld. Maar beeldmanipulatie in filmpjes of foto’s dwingt tot iets meer bedachtzaamheid.

Als je de passage begint te lezen krijg je het gevoel dat je luistert naar iemand die een beetje zurig doet over het web en de harde humor die daar hoogtij viert. Niets is minder waar. Blanken nuanceert ook hier. In Mediamores gaat hij bovendien veel verder. Hij bespreekt anonimiteit en trollen, de waarde van hyperlinks,  het ingewikkelde van het weer verwijderen van informatie die online is gezet, enz. Hij doet dat op boeiende en bewonderenswaardige wijze. Een ongenuanceerde drieregelrecensie van ene anonieme Anna slaat dan ook helemaal nergens op.

Mediamores kan interessant zijn voor iedereen maar is in het bijzonder de moeite waard voor mensen die nog veel vraagtekens zetten bij het sociale web. Alles wijst erop dat zulke mensen niet alleen in de journalistiek werkzaam zijn.

Andere recensies:
8Weekly
De Nieuwe Reporter
Het boek is onder meer te koop bij Bol.com
….en natuurlijk ook te leen in de bibliotheek.

@

2 Reacties

  1. biebblogger schreef:

    Goeie recensie Edwin. Ben momenteel in dit boek bezig. Wist nog niet zo goed wat ik hier nu van moest vinden, maar dat hij goed over zijn onderwerp nagedacht heeft is me al wel duidelijk geworden. We lijken het wel eens verleerd te zijn om wat langer stil te staan bij iets. Boek is dan ook een verademing.

  2. @biebblogger: dank! Ben het met je eens. Soms vraag ik me wel eens af waarom ik ook nog boeken lees over dit soort onderwerpen, terwijl ik er online ook al zo veel over lees maar dat is nu inderdaad precies vanwege het feit dat het rustiger is en je er beter over na gaat denken.

Reageer