Productiviteitstips voor mensen die GTD haten

Dingen voor elkaar krijgen. In de zelfmanagementbranche wordt dat GTD genoemd: Getting Things Done. De naam die daar onlosmakelijk mee is verbonden: David Allen. Op zich is er niet zoveel mis met de benadering van GTD:

GTD is gebaseerd op het principe dat een persoon door zijn taken vast te leggen niet over zijn taken hoeft na te blijven denken. Op die manier wordt het hoofd vrijgemaakt van het moeten herinneren van alle taken en kan men zich concentreren op het daadwerkelijke uitvoeren van de taken.

Dat klinkt lekker productief, en waarschijnlijk is het dat ook wel, maar voor mij is het geen vlieger die opgaat. Als ik aldoor bezig ben mijn werkprocessen te plannen, te stroomlijnen en in diagrammen te zetten verlies ik juist alle motivatie voor de daadwerkelijke uitvoering van de taken. Het is misschien niet verstandig om halsoverkop aan de slag te gaan met je werk maar alles in uitgebreide stappenplannen gieten werkt voor mij ook niet. Dat is precies de reden waarom ik er op het HBO zo’n hekel aan had dat we voor scripties en papers eerst een schrijfplan moesten maken. Dat kostte zoveel tijd en energie dat je voor het eindwerk eigenlijk geen puf meer had. De lol was er dan alweer vanaf.

Misschien vind ik daarom bloggen wel zo leuk. Je leest of bedenkt iets en je gaat zitten tikken, zonder al te veel na te denken. Je loopt de tekst nog even na op spelfoutjes en je publiceert. Jawel: Done! Niks geen Getting things!

En daarmee zijn we ook meteen aanbeland bij de reden waarom ik de post Seven Productivity Tips For People That Hate GTD, op Zen Habits, zo aardig vind. Die post bevat zeven tips voor mensen die wel vooruit willen, maar zich niet wensen te verliezen in GTD:

1. Maak een lijstje van dingen waarmee je wilt stoppen
   Als het niet loopt zoals je zou willen ben je waarschijnlijk iets aan het doen dat je niet leuk vindt. Hou op, schei uit!

2. Richt je op korte uitbarstingen
   Je wordt continu afgeleid maar een focus is voor iedereen haalbaar, zolang de lat maar niet te hoog wordt gelegd. Beloof jezelf bijvoorbeeld niet meer dan een uurtje focussen per dag. Op maandbasis tikken die uurtjes aardig aan.

3. Stel vast waar je dagelijks in uit wil blinken
   Stel jezelf de vraag wat je echt wilt bereiken en houd dat voor ogen.
4. Sta jezelf toe om ergens slecht in te zijn
   Omhels je gepruts, als het ware. Iets met vallen en opstaan.

5. Richt je niet alleen op ‘het maken’
   Verbindingen en gebruik zijn ook belangrijk.

6. Verlies jezelf niet in zaken die er niet toe doen
   Je weet zelf.

7. Maak het belachelijk simpel
   Gewoon een uurtje per dag. Zie ook tip 2.

Open deuren? Misschien wel. Maar probeer ze voor de grap eens open te houden. Da’s geen sinecure, vrolijke vriend.

@