clear

zoeken

search

Beronicius, de dichtende Middelburgse schoorsteenveger

08 april 2009


Je komt soms wonderlijke zaken tegen in Google Books. Neem nu het Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving, van Witsen Geysbeek. Hoewel dat boek ook aanwezig is in de Zeeuwse Bibliotheek had ik er nog nooit van gehoord.

In dat naslagwerk, dat ook als PDF kan worden gedownload, kwam ik onder meer een beschrijving tegen van P.J. Beronicius, schoorsteenveger en schavuit, dichter en dronkenlap:

BERONICIUS (petrus Johannes) was een vreemde Schoorsteenveger en Schaarslijper te Middelburg, die in de laatste helft der XVII eeuw niet weinig opzien maakte door zijne uitstekende geleerdheid en buitengemeene vaardigheid in de dichtkunst; behalve het Fransch, Engelsch en Italiaansch , verstond hij het Latijn en Grieksch in de hoogste volkomenheid, en maakte in deze beide laatste talen voor de vuist de schoonste verzen in de tegenwoordigheid der beroemdste geleerden van zijn tijd.

Homerus, Virgilius, Horatius, Juvenalis en de meeste schriften van Cicero had hij in zijn geheugen, waaruit hij aanhaalde wat men begeerde, mei aanwijzing waar deze plaatsen te vinden waren. Overigens was hij een landlooper, zonder vader- land of vaste woonplaats, die zijn zwervend leven onder het gemeenste volk in kroegen doorbragt, en zijn grootste behagen schepte in zulk een slordig leven, hetwelk een wel voorzien ongelukkig einde had; want op zekeren dag werd hij even buiten Middelburg dood uit eene moddersloot gehaald, in welke hij waarschijnlijk in zijne dronkenschap gesmoord was.

Het weinige, dat van hem voorhanden is, getuigt van zijne uitstekende te jammerlijk verwaarloosde bekwaamheden. Zelf schreef hij niets, maar dichtte voor de vuist, en anderen moesten dan de verzen uit zijn’ mond opschrijven. Het bekendste zijner gedichten is de Georgarchontomuchia f of floeren- en Overheidsstrijd, gelijk de Nederduitsche vertaling getiteld is, die P. RaBo! daarvan in proza en J. Brasser in verzen geleverd hebben. Hij bezingt daarin op eene geestig-comische wijze den aanval der Walchersche boeren op de stad Middelburg in 1672.

Deze beschrijving verleidde me ertoe om de desbetreffende vertaalde gedichten ook op te slaan in mijn bibliotheek bij Google Books. Het is leuk om te lezen over de geschiedenis van je stad. Dat 1672 een roerig jaar was wist ik wel, maar dat de Walcherse boeren de stad Middelburg toen aanvielen is nieuw voor me.
Dat geldt ook voor de persoon Beronicius. We zijn ruim drie eeuwen verder maar ik vind het nog steeds een bink. Of beter gezegd: dat vind ik nu pas.

Tekst niet beschikbaar
Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving … Door Pieter Gerardus Witsen Geysbeek

@

7 Reacties

  1. Anoniem schreef:

    erg erg cool, Ed.
    bedankt man.

    len

  2. festina lente schreef:

    Even voor de duidelijkheid: niet jouw einde, maar dat van Beronicius!

  3. ‘Lallend ten onder’, zongen de Groningse boegies dan altijd 🙂

  4. kry schreef:

    Mocht iemand geinteresseerd zijn in de dichter P.J. Beronicius, dan kan ik mijn doctoraal scriptie over deze dichter toesturen. Stuur een email naar krijgercj@zeelandnet.nl voor meer informatie.

  5. @kry: bedankt voor de suggestie. Het ontvangen document is inmiddels toegevoegd aan de beschrijving in de catalogus.

Reageer