clear

zoeken

search

Genieten van van Gaal

01 april 2008

Mijn verstandhouding met voetbal is een vreemde. Ik betitel mezelf het liefst als een teletekstsupporter, wat zoveel betekent dat ik elk weekend even check op teletekst wat de clubs hebben gedaan om niet zelden moedeloos te moeten constateren dat mijn favoriete club Feyenoord er weer een potje van heeft gemaakt. Dat zijn doorgaans geen winnende potjes. Als supporter van Feyenoord moet je vooral geduld hebben.

In het stadion kom ik eigenlijk nooit. Ik was één keer in de Kuip, in 1983. Het was de afscheidswedstrijd van held van Hanegem. De sfeer was superieur. Toch was dat voor mij geen aanleiding om trouw stadionbezoeker te worden. De eerstvolgende keer dat ik een voetbalstadion betrad was in 1992, tijdens het Europees Kampioenschap in Zweden. Ik was daar met een Engelse vriend en bezocht er twee wedstrijden van het Engels nationaal team. Het voetbal was niet om aan te zien maar ik leerde in twee weken tijd vele machtige liederen. Rule Britannia! Toen bleek dat Engeland geen kans meer had op de volgende ronde, reisden we af naar Göteborg. Daar pikten we nog mooi de winnende wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Duitsland mee. Ziehier mijn supporterscarrière in één alinea.

Toch, als het spannend wordt, kan ik best wel eens fanatiek zijn. Het is soms best lekker om te schelden op aartsvijanden en ‘angstgegners’ of om te zingen en te springen omdat iemand ergens magistraal de netten teistert. Lekker oer.

Midden jaren 90 was ik ook lekker oer. Ajax speelde ronduit superieur, veroverde vele prijzen en was simpelweg onoverwinnelijk. Ze speelden daarbij zulk mooi voetbal dat je weinig anders kon dan dat toegeven. Stiekem genoot je er zelfs van. Dat lag voor een deel aan de kwaliteit van de spelers maar toch vooral aan de coach van toen: Louis van Gaal. Ik vond het toen altijd maar een driftkikker en een arrogante kwast en hoe langer het succes van Ajax voortduurde, hoe meer ik een hekel kreeg aan de man….

…totdat ik Louis opeens in een andere rol zag. Ik zag zijn ware aard voor het eerst toen hij samen met van Hanegem in de jury zat van de Voetvolley met bekende voetballers, op de Antillen. Zonder de druk van een club en het publiek, in de zon en aan zee, zag ik daar opeens een heel ander mens. Vol humor, vol charme en bovenal: erg menselijk en kwetsbaar. Ik herzag mijn mening ter plekke.
Weer een paar maanden later zag ik hem in een andere uitzending, alweer met van Hanegem, waarin beide dwarsliggers een team verstandelijk gehandicapte kinderen coachten. Ontwapenend.

Ik besloot dat mijn respect voor de mens van Gaal voortaan ook groot zou zijn, niet alleen voor Louis als trainer.

In de jaren na Ajax dook van Gaal nog veel op in de media. Hij is vrijwel altijd overtuigd van zijn eigen gelijk en raakt snel geïrriteerd als mensen zijn vakmanschap in twijfel trekken. Maar op de een of andere manier ben ik altijd gefascineerd als ik hem hoor en zie spreken voor de pers. Furieus soms. Snuivend. Briesend. Neerbuigend.

Veel mensen hebben juist daarom een hekel aan hem. Dat geldt niet voor mij. Mijn verwondering over zijn persoonlijke presentatie is inmiddels ook verworden tot respect. Wat een lef, als er zoveel ogen op je gericht zijn! Wat een tegendraadse entertainer is het! Wat een persoonlijkheid eigenlijk.

Gangbaar zal mijn mening niet zijn maar ik zeg het vanuit de grond van mijn hart: ik geniet van van Gaal.

@

5 Reacties

  1. Daan schreef:

    Euh, hadden wij niet een date op 27 april in de Rotterdamse Kuip? 😉

    Moet je wel niet zo’n shirtje aantrekken…

    //blogparty.web-log.nl/blogparty/2008/03/hoogmoed-komt-h.html

  2. Ik vind het prima 🙂

    Dat shirtje is wel een beetj ai ai ai inderdaad….

  3. boesje schreef:

    Boesje ik geniet ook van van Gaal, maar nog meer van Ajax, waarvan akte.

  4. Jij mag dat, kapitein 🙂

  5. Guus schreef:

    Wat je schrijft over Van Gaal roept grote herkenning op.Ik heb ooit een documentaire gezien met en over Van Gaal toen hij nog net in Barcelona werkte. Het was een heel mooi portret van een mooi mens, dat geen blad voor de mond neemt. Hij is ook niet te beroerd om zich in te zetten voor de breedtesport. Dat waardeer ik enorm aan hem.

Reageer