clear

zoeken

search

De Virtuele Cultuurbezoeker: publieke belangstelling voor cultuurwebsites

10 juli 2008


Op Archief 2.0 verwijst Luud de Brouwer naar een nieuw rapport van het SCP: De Virtuele Cultuurbezoeker. Het rapport is geschreven door Jos de Haan en Anna Adolfsen.

Uit de inleiding van het SCP:

Steeds meer Nederlanders gebruiken internet voor steeds meer verschillende toepassingen. Langs digitale weg is ook veel informatie over kunst en cultuur beschikbaar. Hoeveel Nederlanders maken gebruik van deze gedigitaliseerde cultuur en hoe ziet dit publiek er eigenlijk uit? Deze publicatie geeft inzicht in de omvang en de samenstelling van het digitale publiek, zijn beleving en wensen.

Uit de samenvatting van het rapport:

Aannemelijk is dat de verspreiding van (breedband) internet onder de Nederlandse bevolking door zal gaan en dat niet-bezit grotendeels zal verdwijnen. Groeiend digitaal cultuuraanbod, grotere vertrouwdheid met het medium en toenemende digitale vaardigheden van Nederlanders zullen de virtuele cultuurparticipatie stimuleren.
Aannemelijk is ook dat de balans tussen de soorten gebruik gaat veranderen. Wordt internet nu nog vooral gebruikt als informatiemedium, in de toekomst zal het gebruik meer in het teken komen te staan van ontspanning en persoonlijke ontwikkeling en van communicatie en de vorming van communities. Ook een verdere toename van het economische gebruik ligt in het verschiet. Naast het bestellen en betalen van toegangskaartjes zullen ook andere culturele producten vaker worden aangeschaft.
Ten slotte draagt de opkomst van allerlei Web 2.0-toepassingen eraan bij dat de gebruiker zich niet alleen als consument van digitaal aanbod zal manifesteren maar ook als producent. Hierdoor zal het bestaande gebruik zich inhoudelijk verdiepen en zullen meer en ook nieuwe mensen van het virtuele cultuuraanbod gebruik gaan maken.

Het is een lijvig rapport (153 pagina’s) dat door de opzet niet echt geschikt is om “even diagonaal te lezen”. Het rapport bevat veel tekst en weinig overzichtelijke opsommingen. Elk hoofdstuk is wél voorzien van een samenvatting. Het is een rapport dat belangrijk is voor de dienstverlening van de culturele sector. Ik heb het rapport daarom geprint, opdat mijn collegae het ook rustig kunnen lezen als zij daar behoefte aan hebben.

Voor de bibliotheeksector is vooral hoofdstuk 5 relevant waarbij wel gezegd dient te worden dat de conclusies niet echt opzienbarend zijn voor mensen die de ontwikkelingen een beetje volgen.
In de samenvatting van hoofdstuk 5 staat het volgende over Openbare Bibliotheken:

Openbare bibliotheken zijn in de loop van de tijd minder materialen gaan uitlenen. In de periode tussen 2002 en 2006 daalde vooral het aantal uitgeleende muziekcd’s en cd-rom’s. Daar stond een stijging van het aantal uitgeleende dvd’s tegenover. Ook het gebruik van bibliotheekcomputers daalde, al kwamen er wel meer niet-leden naar de bibliotheek om externe databanken te raadplegen. Bibliotheken worden steeds meer op afstand via internet bezocht, vooral om boeken of andere materialen online te verlengen of te reserveren.

Die bevindingen gaan in ieder geval niet op voor de Zeeuwse Bibliotheek. Volgens mij zit er geen stijging meer in het aantal uitgeleende dvd’s maar het gebruik van onze computers is de afgelopen jaren juist sterk gestegen en dan niet zozeer door de raadpleging van databanken maar door internetbezoek. En worden bibliotheken steeds meer op afstand bezocht? Er zijn misschien uitzonderingen maar volgens mij is er juist sprake van stagnatie of zelfs terugloop. Dat geldt in ieder geval wel voor diensten als Aladin. Dat heeft dan weer te maken met powerbrowsen en misschien zelfs wel een beetje met de Donald Duck.

@

Foto: Haags Uitburo

2 Reacties

  1. Johan Oomen schreef:

    De auteurs schrijven: `Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid digitaliseert delen van collecties uit het verre verleden en maakt deze via internet toegankelijk.´

    De omschrijving ´Verre verleden´ is tamelijk curieus in deze context. De kroning van Wilhelmina in 1898 is zo´n beetje onze oudste opname… Ben benieuwd hoe de auteurs een scan van een 17e eeuws meesterwerk van het Rijksmuseum beschrijven. Waarschijnlijk is dat pre-historie…

  2. lol, dat is inderdaad opmerkelijk.

    Aan de andere kant denk ik zelf altijd dat series uit de jaren zeventig en tachtig nog best geciteerd kunnen worden. Jonge gasten bestempelen je dan toch al snel als fossiel. Zo gek is dat nog niet, dat pre-historische 🙂

Reageer