clear

zoeken

search

Barcodes: het einde van een PZC-rubriek

13 juni 2015

Makker Rob las het in de krant, ik vernam het via hem op Twitter: op 20 mei stond onder onze column in de PZC opeens het zinnetje “Dit was de laatste aflevering van deze rubriek”. We wisten niet wat we lazen. We hadden dat besluit niet zien aankomen, om de doodeenvoudige reden dat niemand van de redactie de moeite had genomen er met ons over te communiceren. Dat vonden we natuurlijk best raar, maar een paar uur later leerden we echter alsnog hoe de vork in de steel zat.

Op onze tweets werd gereageerd met een mailtje, met daarin het verzoek om even te bellen. In het gesprekje dat zou volgen bood een recent aangestelde regiomanager van de krant excuses aan namens de krant. Hij legde uit dat het besluit was voortgekomen uit de overname van de regionale dag- en weekbladen van Wegener door de Persgroep, een uitgever met plannen. Plannen waar de rubriek Barcodes niet meer in zou passen. Dat wij over die plannen niet waren geïnformeerd berustte volgens de manager op een misverstand. Dat was misgegaan bij de interne reorganisatie. Blijkbaar hadden niet alle medewerkers hun werk even zorgvuldig overgedragen.

Slordig, maar zoiets kan natuurlijk gebeuren. Daar moet je niet te zwaar aan tillen. Toen ik er dag later over nadacht (daar had ik in het vliegtuig naar Italië alle tijd voor) besloot ik het maar gewoon te beschouwen als typisch. Typisch voor onze verstandhouding met de krant.We begonnen de rubriek eind 2013, als onderdeel van een afspraak over het hergebruik van oude krantenknipsels op Middelburg Dronk c.s. We schreven dus onbezoldigd, maar we moeten wel zo eerlijk zijn om te zeggen dat we dat niet zo erg vonden. Het was eigenlijk best mooi, dat we een een wekelijks podium kregen in de krant. We kregen er in de loop van de tijd veel positieve reacties op, vooral ook van mensen die wat minder op hebben met platformen als Facebook. We bereikten met de column blijkbaar een nieuw publiek. Ik grapte regelmatig dat “mijn moeder nu eindelijk ook eens kon zien wat ik zoal doe, ook al is dat dan niet meteen voor de kost”. Onlangs hoorden we zelfs dat de column ergens in een dorp wekelijks wordt voorgelezen, terwijl er bijbehorende dia’s worden vertoond. Of dat waar is weet ik niet, maar het idee deed me wel glimlachen.

Voor de rest viel het wel een beetje tegen, dat schrijven voor de krant. Op voorhand hoopte ik er ook nog iets van te zullen gaan leren (ik ben tenslotte maar een amateur) maar in die anderhalf jaar kregen we nauwelijks inhoudelijke feedback. Er was een keer een dialoog over een stuk van Rob dat iets te politiek geladen zou zijn en ik herinner me een mailwisseling over een correctie van een stuk tekst die de tekst er niet beter op had gemaakt. Dat was het ongeveer wel. Toen we begonnen maakten we de afspraak dat we na een paar maanden zouden evalueren en een soort contract zouden opstellen. Daar hebben we nooit meer iets van gehoord. Of onze stukjes wel of niet werden gewaardeerd op de redactie weten we ook niet. Blijkbaar toch wat minder, want nu ‘de vernieuwde PZC zonder nietjes‘ een feit is, blijken er minder rubrieken te zijn gesneuveld dan ik had opgemaakt uit het telefoongesprek. Dat heb ik dan vast niet goed begrepen. Misschien hadden we onze conclusies al moeten trekken toen bleek dat onze rubriek nooit digitaal werd benut door de PZC. Ook dat werd op zeker moment toegezegd, maar nooit uitgevoerd. Dat kun je toch onmogelijk schuiven op de technische beperkingen van een Content Management Systeem.

Samengevat: we kijken wat gelaten terug op de periode december 2013-mei 2015. Het is jammer dat de rubriek is gesneuveld, maar voor mij persoonlijk geldt dat ik het niet zo erg vind dat de tweewekelijkse deadline is komen te vervallen. Ik schrijf toch het liefst zonder tijdsdruk, tenzij er een financiële vergoeding tegenover staat.

Maar even los van onze verstandhouding met de krant en de vraag of onze schrijfkwaliteiten voldoende zijn voor zo’n rubriek, blijf ik zitten met gemengde gevoelens over de manier waarop men bij de krant omgaat met internet als platform. Ik heb in de afgelopen jaren een zwak ontwikkeld voor de lokale en regionale journalisten die wél uit de ivoren toren zijn gekomen, door zich gewoon onder de mensen online te begeven. Die gevraagd en ongevraagd reageren op Twitter, Facebook en wat dies meer zij. Die ook wel eens nieuws en informatie van vermeende concurrenten durven te delen. Die wel publiekelijk ‘durven te vragen’ en te reageren. Zulke journalisten zijn in mijn ogen de journalisten die deze tijd nodig heeft. Gelukkig zijn er, zowel bij de krant als de regionale omroep, daar ook een aantal van. Maar het zijn er zo weinig dat ik hun namen niet eens hoef te noemen.

Wat dat te maken heeft met de rubriek Barcodes? In mijn ogen heel veel. Online succes hangt nauw samen met je rol in online gemeenschappen. En juist dat aspect is nauwelijks aan de orde geweest binnen de samenwerking, de afgelopen 18 maanden. Een gemiste kans, vind ik.

Gerelateerd:
Het einde van oude krantenknipsels op Middelburg Dronk…met dank aan Wegener
Barcodes: een wekelijkse rubriek in de PZC over de horeca van Walcheren
Over een Wiki als verlengstuk van een Krantenbank
Digital First: de website van de PZC nu en straks
De parallellen tussen de journalistiek en bibliotheken: een interview met Henk Blanken

@

4 Reacties

  1. Anoniem schreef:

    Heey Edje

    Jammer or, las ze altijd met heel veel plezier !!!

    Gr
    Kees D

  2. Flip Feij schreef:

    Goed stuk, Edwin.

  3. Peter de Kock schreef:

    Oi oi oi, een krant op z'n beroerdst. Ik vind dat je het netjes opvat en weergeeft Edwin. Iets leuks en moois toegewenst.

  4. Dank voor de reacties heren 🙂 Vanaf volgende week mogen we gaan schrijven voor de Middelburgse & Veerse Bode. De column blijft dus gewoon bestaan, al is het dan wel onder een andere naam (Kroegpraat).

Reageer op Peter de Kock