clear

zoeken

search

Wat ik leerde bij…de Nederlandse Krijgsmacht

23 november 2013

Op de meeste van de banen die ik had in de periode voor 1999 kijk ik met plezier terug. Ik leerde overal wel wat. Zo ook bij de Nederlandse Krijgsmacht, waar ik deel van uitmaakte in het jaar 1991.

Toen ik in 1990 was geslaagd voor het VWO had ik geen flauw idee wat ik met mijn toekomst aanmoest. Ik voelde er wel voor om te gaan studeren in de Randstad, maar ik vond ook dat ik dan wel iets moest gaan doen dat tot mijn verbeelding sprak. Daar zou ik uiteindelijk op vastlopen. De vakken die ik interessant vond boden weinig perspectief en voor alle andere studies kon ik op dat moment geen motivatie opbrengen. Ik besloot dus maar bedenktijd te nemen, ook al omdat mijn leven nogal rommelig was op dat moment. Ik woonde al een jaartje op mezelf en ik braste en bralde dat het een lust was. Om te kunnen handhaven moest er dus geld verdiend worden.

Op zeker moment besloot ik ‘dan eerst maar in dienst te gaan’. Ik wist weliswaar dat ik die dans zou kunnen ontspringen door eerst te gaan studeren (er waren toen al ververgevorderde plannen om de dienstplicht af te schaffen), maar eigenlijk leek het me ook best leuk om ‘eens te leren schieten enzo’. Ik was blijkbaar toch wat minder links dan mijn liefde voor punk me altijd had doen geloven. Na de zomer van 1990 werd het zelfs nog gekker. Mijn moeder kwam aanzetten met een personeelsadvertentie van Defensie. Men was op zoek naar VWO’ers met een talenpakket, die bereid waren een officiersopleiding te volgen en de Russische taal te leren. Je zou als luitenant worden aangesteld bij de MIVD, voor een periode van vier jaar (een Kort Verband Vrijwilliger). Dat klonk spannend. Een soort spion zou ik worden! Een goed betaalde officier bovendien! Toen ik las dat je na vier jaar ook nog eens een premie van 25.000 gulden zou krijgen was ik verkocht. Wat nou geschiedenis of letterkunde studeren? Dit was veel interessanter.

Eind 1990 werd ik, ergens op de Veluwe, drie dagen lang getest, zowel fysiek als mentaal. M’n taalgevoel werd ook uitgebreid onderzocht. Niemand vertelde ons toen of we de test goed doorstaan hadden. Toen ik twee maanden later werd opgeroepen als dienstplichtige (lichting 91-1) zag ik dat dan ook als een afwijzing. Ik meldde me in Ede bij de Verbindingstroepen en werd opgeleid tot telexist.

De opleiding in Ede was zowel leerzaam en grappig als stomvervelend en naar. In die drie maanden werd ons in moordtempo de inhoud van het Handboek voor den soldaat bijgebracht. We moesten er altijd om lachen, maar ondertussen leerden we wel hoe discipline werkt. Dat je niet zonder samenwerking kunt. Waarom hygiëne zo belangrijk is. Hoe je overleeft met weinig middelen. Hoe je je kameraden medisch kunt bijstaan als dat nodig is. Van dat soort dingen dus. Dat ‘schieten enzo’ leerden we ook, maar wij, verbindelaren’, wij schoten met ouderwets wapentuig; de karabijn. Ons grootste wapen was de typmachine. Een vechtmachine zonder communicatie is nergens. Alles draait om informatie. Het is maar dat je het weet.

En passant leerde ik ook veel van mijn kamergenoten. Tien totaal verschillende jongens, uit alle windstreken, die opeens drie maanden met elkaar op een kamer liggen. Dat was een bijzondere ervaring. Je deelt opeens lief en leed met vreemden. Je vertelt elkaar moppen of je maakt ruzie. En je gaat natuurlijk mee naar die kantine, om te flipperen en biertjes van 80 cent per glas te kopen. Bijzonder leerzaam allemaal.

Het militaire aspect ervoeren velen van ons als één grote parodie. We vonden dat de officieren zichzelf veel te serieus namen, met al dat geblaf, maar ondertussen luisterden we wel mooi. Non-conformisten straffen de hele groep namelijk. Dan wordt het hele peloton aangepakt, of de hele kamer. Maar juist daardoor leer je te luisteren…en elkaar te helpen. Leuk is die methode niet, maar effectief des te meer. Dat op zich was al een leermomentje.

Na de opleiding werd ik overgeplaatst naar Breda, waar ik vervolgens te horen kreeg dat ik telexist zou worden in Middelburg. In Middelburg! Op de plek waar nu al 10 jaar een enorm gat gaapt. Daar werd het allemaal een beetje anders. We zaten met 5 telexisten en 5 ordonnansen in een tamelijk bedompte kelder, met alleen een bovenste beste sergeant als leidinggevende. We hadden het niet zo druk. We brachten de tijd grotendeels door met video kijken en Mario spelen op de Nintendo NES. Voor mij persoonlijk gold bovendien dat ik vooral de nachtdiensten draaide. Omdat het voor mij een thuiswedstrijd was nam ik die diensten van iedereen over. Je werd dan stipt om 21.30 uur gebeld vanuit Utrecht, met de vraag of je er was. Dat was je dan. Vervolgens kon ik mooi de stad in tot diep in de nacht. De ordonnans was er dan nog voor eventuele noodgevallen. Als je maar zorgde dat er om 8 uur ‘s ochtends koffie stond voor de dagploeg.

Als parate soldaat leerde ik dus vooral dat Defensie ook best relaxed kon zijn. Dat de koningin spelcomputers weggeeft, om de verveling te bestrijden. Toen de Golfoorlog uitbrak moesten we overigens wel even goed opletten. Toen draaiden de telexen opeens overuren. Er werd namelijk veel wapentuig verscheept in Vlissingen. We deden opeens mee. Was dat even schrikken.

In mei kreeg ik alsnog bericht van de MIVD. Ik had de testen doorstaan en was aangenomen. Die had ik niet zien aankomen. Een week later was ik overgeplaatst naar Vught. Ik moest weer in opleiding. Het verschil met de tijd in Ede was echter enorm. Ik was de enige van het peloton die niet was afgestudeerd. Deze keer lag ik zes weken op een kamer met jongens die het Corps wel konden dromen, met aankomende tandartsen en ander geleerd volk. Dat was andere koek. Die zes weken luisterde ik vooral, ik zoog de studentenhumor op als een spons. Kon ik in Middelburg weer mooi de lolbroek mee uithangen.

Het was grappig om nu opeens met ‘u’ aangesproken te worden door de onderofficieren. En om opeens te mogen eten in de officiersmess. De militaire route van de officier in opleiding is niet te vergelijken met die van de dienstplichtige soldaat, zoveel werd me wel duidelijk. Toch nam ik na zes weken ontslag, als KVV’er, een dag voordat ik zou worden overgeplaatst naar de SMID in -alweer- Ede. Een dag voordat ik de tussenrang van sergeant zou krijgen. Waarom? Ik kreeg toen te horen dat ik na een half jaar scholing in het Russisch zou worden overgeplaatst naar Eibergen, terwijl ik had gehoopt op Den Haag. Daar had ik geen zin in. Ik besloot in een uur tijd dat ik toch niet zoveel militaire ambitie had. Dat ik niet zo vaak en ver wilde reizen. Dat het goede geld nooit mijn hoofddoel zou mogen zijn. Ik nokte. Tot teleurstelling van mijn moeder uiteraard, maar tot opluchting van mezelf. Al moet ik toegeven dat die beslissing toen een van de weinige is waar ik nog vaak aan terug heb gedacht. Wat was er van me geworden als ik het wél had doorgezet? Misschien zou ik echt wel in de wereld van spionage zijn beland. Rete-actueel, wat ik je brom!

Maar het liep dus anders. Na mijn ‘eervolle ontslag’ mocht ik terug naar Middelburg. Ik was weer gewoon soldaat. Het grootste verschil was dat ik nu een kaalgeschoren kop had. De standaardgrap was vanaf toen: “je mag je helm afzetten hoor, het is hier bomvrij”. Uiteindelijk zou ik afzwaaien als soldaat der eerste klasse in plaats van als luitenant I. Ik bezwoer de critici dat het zo maar beter was. Kon ik tenminste gewoon gaan studeren, als burger. En misschien nog wel belangrijker: had ik mooi alsnog de tijd om die prinses te redden. Een mens moet nu eenmaal prioriteiten stellen in de loopbaancapriolen van alledag.

Gerelateerd:
Exit telex
Wat ik leerde bij… Videotheek Viduet
Wat ik leerde bij….parkeerbeheer Middelburg
Wat ik leerde bij…Amgas
Merkwaardige kunst deel 29: Japanse marcheerkunst

@

Foto: Vught 1991

7 Reacties

  1. Bartwatching schreef:

    Leuk om te lezen. Ook lichting 91/1 we hebben het land toch maar mooi veilig gehouden 😉

  2. Lex Kamphuis schreef:

    Mooi verhaal Edwin. Ik ben zelf in 1972 de dans der dienstplicht ontsprongen (slechte ogen), maar kan me van alles voorstellen bij jouw betoog. In het bibliotheekwerk kwam ik destijds ook veel gewetensbezwaarden tegen, die in plaats van mijnen, boeken gingen ruimen…

  3. @bart: haha, dat riepen wij ook altijd. Die keer dat ik eens wacht mocht lopen in mijn eigen stad was ook hilarisch. Omdat ik toen nog nooit met de uzi had geschoten moest ik dan maar een rondje wandelen zonder wapen. Liep ik daar met mijn handen in mijn zakken door de straat. Zag er niet zo vervaarlijk uit 🙂

    @Lex veel bezwaarden belandden uiteindelijk in de bibliotheek- en archiefsector inderdaad. Nooit zo bij stilgestaan. Best een klein onderzoek waard!

  4. W van Iren schreef:

    Hallo Edwin,

    Leuk om dit te lezen.
    Ik was van lichting 66/5.
    Na Ossendrecht, Ede ben ik terecht gekomen in Bergen op Zoom als centralist.
    Wat kleine omzwervingen gedaan en uiteindelijk weer als centralist in BOZ terechtgekomen.
    Continuedienst gedaan.
    Ik vond het prachtig.
    Was dan ook veel in Middelburg.
    Destijds vroegen ze aan mijn moeder, die zoon van jouw, wat doet die eigenlijk??
    Mijn moeder, oh die zit in dienst.

    Wim van Iren
    En de groeten he.

  5. Ha Wim! Dank voor je reactie. Ken toch best veel mensen die er goede herinneringen aan bewaren. Leuk!

  6. Amnon schreef:

    De foto moet van na januari 1991 zijn (lichting 91-2 en later), want ik zie ook al mensen met zwarte kisten 🙂

  7. Scherp Amnon!

    Ik was in die groep de enige met bruine kisten. Ik was lichting 91-1 en volgde opleiding in Ede. Toen werd ik KVV'er en ging weer in opleiding, in Vught. Daar sloot ik aan bij een volgende lichting, die allemaal zwarte kisten kregen. Daarmee werd ik meteen gebombardeerd tot ouwe poep. Een paar weken later gaven ze mij ook alsnog die zwarte. Had ik complete outfit dubbel.

Reageer op W van Iren