clear

zoeken

search

Morgen toch geen dag

28 april 2011

Tot een jaar geleden werkte ik full-time in loondienst. Een mooie, afwisselende baan, die me meer voldoening dan ergernis bracht. Ik was eigenlijk best tevreden. Maar in de loop van de tien jaar die ik voor deze organisatie werkte sluimerde er wel een gevoel van onbehagen onder mijn werkplezier. Dat onbehagen kon ik toen nog niet goed benoemen maar het had alles te maken met inefficiënt werken, te vaak vergaderen en het te weinig benutten van digitale hulpmiddelen.

Vorig jaar was de koek opeens op. Ik nam ontslag zonder een plan B te hebben. Ik stond weliswaar ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar meer ook niet. Ik kon alleen maar hopen dat de activiteiten die ik vijf jaar lang op online netwerken had ontplooid, nu ook vruchten zouden afwerpen bij het zoeken naar werk of opdrachten.

Een jaar later kan ik constateren dat die activiteiten me inderdaad hebben geholpen. Ik sprak met veel mensen en organisaties, meestal op hun initiatief, en hield daar voldoende opdrachten aan over. Met een opdrachtgever maakte ik weliswaar de afspraak dat ik een tijdelijk contract zou tekenen, voor een beperkt aantal uren per week, maar de deal was wel dat die uren flexibel ingevuld zouden kunnen worden. Voor andere opdrachtgevers ging ik op uurbasis werken, of op basis van een standaardhoeveelheid maandelijkse opdrachten.

Geboren in 1971, ben ik volgens de maatstaven een kind dat is geboren op de grens van de nadagen van Generatie X en de eerste periode van generatie Y. Zo heb ik me ook altijd een beetje gevoeld. Ik gedijde aanvankelijk vrij redelijk op het traditionele kantoor, maar toen ik eind jaren ’90 kennismaakte met de mogelijkheden van internet begon de schoen een beetje te wringen. Ik vond het bijvoorbeeld steeds minder vanzelfsprekend worden dat ik lang moest reizen om vergaderingen op locatie bij te wonen. Feedback geven op documenten kon toen immers ook al digitaal, via mail of (video-) chat. De mensen die dat ontkenden waren vaak de types die het gewoon prettig vonden om eens een dagje niet op kantoor te hoeven zitten. Als een van de jongere werknemers had ik me echter maar te schikken naar de schema’s van de babyboomers: “zo doen we dat hier nu eenmaal, je past je maar aan.”

Als je werkt of hebt gewerkt in een zogenaamde machinebureaucratie weet je hoe het er aan toegaat met al die bazen en chefs die al veel te lang op dezelfde positie zitten en die angstvallig vasthouden aan controle, hiërarchie, vaste werkplekken en – tijden en vooral: aan wantrouwen. De leidinggevenden van de oude stempel weigeren zich simpelweg te verdiepen in de kracht van vertrouwen omdat ze dat vertrouwen zelf ook niet of nauwelijks hebben genoten. Wat zoiets doet met medewerkers weten we eigenlijk allemaal wel: zij geven dat wantrouwen in versterkte mate terug en zullen maar zelden harder lopen dan nodig is. “Morgen weer een dag.”

Nu ik werk als freelancer, meestal vanaf thuis en via het web, en gun ik mezelf precies die vrijheid die bazen van de oude stempel nerveus zou maken. Er zijn dagen dat er van alles uit mijn handen komt, behalve werk waar ik ook echt voor betaald word. Ik kan mezelf uren verliezen in mijn hobbywiki ‘Middelburg Dronk’ of veel te veel tijd besteden aan het beheer van het platform Bibliotheek 2.0. Er zijn ook te veel dagen dat ik gewoon lekker op het terras ga zitten en digitaal niet veel meer presteer dan een beetje twitteren en mail checken op de iPhone. Maar dan: als de deadlines in zicht komen draal ik nog heel even, zoek ik nog ontkennend mijn heil in stofzuigen of een ander spannend huishoudelijk klusje, en dan ga ik los. Dan werk ik desnoods door tot vijf uur ’s ochtends, onder het motto “morgen toch geen dag”.

Ik heb nog geen deadline gemist. Er is nog geen opdrachtgever die heeft gemopperd. Mijn bazen van nu rekenen me af op mijn werk, niet op mijn aanwezigheid. Nu ik ervaren heb dat het zo ook kan, heb ik er veel voor over om het te houden zoals het nu is, door die gedachte laat ik me leiden. Het is die gedachte ook die me het gevoel geeft geen kind meer te zijn van generatie X. Misschien houd ik mezelf voor de gek, dat zou kunnen. Vergeef me dat dan maar. Het is geen zonde om je jong te willen voelen toch? Generatie Y heeft de toekomst.

* Bovenstaande tekst is mijn bijdrage voor het boek van IDM-studenten van de Haagse Hogeschool: Het Nieuwe Werken volgens Generatie Y.
@

12 Reacties

  1. Leen Liefsoens schreef:

    Mooi verhaal over een succesvolle carrièrewending!

  2. Elly schreef:

    zoooooo knap!!!!

  3. fietsfreak schreef:

    Schitterend mate!
    En heel herkenbaar..

  4. Nocturne23 schreef:

    Ik snap je helemaal!

  5. Hendrika schreef:

    Het is duidelijk dat deze 'jas' je past. Er is niets zo heerlijk dan je eigen werktijden in te kunnen vullen en er zelf verantwoordelijk voor te zijn je toko draaiende te houden. Ondernemerschap heet zoiets :~).

  6. @Hendrika zo had ik het nog niet eens bekeken eigenlijk. Klinkt best stoer, 'ondernemerschap' 🙂

  7. Luud schreef:

    Heel goed verhaal Edwin. Mooi voorbeeld van het nieuwe werken.
    Nou ben ik weliswaar nog een babyboomer, en houd ik zeker ook van onderweg zijn, maar praktisch is het niet altijd.
    Hoewel iemand in de ogen kijken ook heel porduktief kan zijn.

    Het is natuurlijk vooral fijn voor jou dat het zo goed heeft uitgepakt. Succes!

  8. Dank Luud. Het staat er nogal generaliserend, maar dat bedoel ik uiteraard niet zo. Er zijn altijd uitzonderingen: er zullen ook best veel jongeren zijn die zich prima kunnen vinden in de oude manieren van werken…en veel boomers die het nieuwe prachtig vinden. Het is al mooi als je de vruchten ervan regelmatig kunt plukken, hoe dan ook.

  9. Hans schreef:

    Mooi verhaal!

Reageer op Hendrika