clear

zoeken

search

“De bibliotheek is ouderwets”: een interview met Hans Pinckaers

08 februari 2011

Deze column verscheen ook in Digitale Bibliotheek 1, 2011.

Een gesprek met de maker van de Bieb-app
Ergens in augustus 2010 dook hij opeens op, op Twitter: “Hey! ik maak een app (iPhone) waarmee je boeken kunt verlengen en zoeken in OB’s van Nederland. Interesse om te beta testen?” Was getekend: Hans Pinckaers. Ik had geen idee wie Hans was, maar naar zijn voorstel had ik wel oren, immers: in 2010 werden er in Nederland maar liefst 2 miljoen smartphones verkocht, waarmee het totaal op 3,3 miljoen toestellen uitkwam. Apps (toepassingen voor smartphones) zijn daar onlosmakelijk mee verbonden, die zijn minstens even ‘hot’. Dat je dan in het tijdperk van de bibliotheekinnovatie moet constateren dat het aantal Nederlandse, bibliotheekgerelateerde toepassingen in de App Stores van Apple en Android op een hand is te tellen zegt eigenlijk al genoeg. Dan heb je oren naar álles wat bibliotheken mogelijk verder kan brengen op dat gebied.
Nadat ik op de website van Hans, www.hanspinckaers.com, had bekeken met wie ik hier te maken had (een 19-jarige student Geneeskunde uit Leiden, die programmeren als hobby en bijbaantje heeft) meldde ik mezelf aan als tester van de toepassing. In de daaropvolgende maanden hadden we regelmatig mailcontact, totdat de app met de naam Bieb eind november beschikbaar kwam in App Store. Met Bieb kun je materialen zoeken in elke bibliotheek van Nederland. Je ziet niet alleen of een bibliotheek een titel in bezit heeft, er staat ook bij of die titel op dat moment beschikbaar is. Tot slot kun je met behulp van je lenerspas al je geleende objecten opvragen om te zien wanneer de uitleentermijn is verstreken. Voor dat onderdeel werkte Hans samen met een andere ‘hobbyprogrammeur’: Kees den Boogert, van de website www.boekenliefde.nl.
Net voordat Bieb voor iedereen beschikbaar kwam (de toepassing is op het moment van schrijven inmiddels zo’n zevenhonderd keer gedownload) plaatste Hans nog een opmerkelijk bericht op het kennisplatform Bibliotheek 2.0, met de titel ‘De Bibliotheekbranche’. Hij schreef onder meer:

Heel weinig mensen durven in deze branche iets innovatiefs aan. Wilt men eindelijk iets “hips”, dan gaan daar maanden aan werk/stuurgroepen en dure adviseurs/tussenpersonen overheen en komt men met een uitwerking die meestal niet prettig is voor de gebruiker, maar wel voldoet aan de wensen van de bibliotheken. Deze visie is denk ik de hoofdreden dat veel dure projecten floppen.
Maar er zijn ook mooie projecten van de hopeloze enkeling/eenzame bibliotheek die helaas niet landelijk worden opgepakt. Tien jaar na het begin van het internet hebben de Nederlandse bibliotheken nog steeds niet alles op orde. Dat is jammer. Hierdoor wordt de overstap naar andere nieuwe technologieën, ik noem de tablet, ernstig vertraagd. Ik denk dat in deze branche heel veel talentvolle mensen werken die dit zeker zullen merken. Je zou kunnen stellen dat het te laat is voor hervormingen en innovatie nu de bezuinigingen hard gaan snijden in deze branche. Ik denk zelf dat dit een van de laatste kansen is. In een tijdperk waar zoveel mogelijkheden bestaan om inhoud te leveren aan gebruikers, zijn er nog steeds bibliotheken bang voor afnemende boetewinsten. De bibliotheek is ouderwets. De oplossing is simpel; denk vooruit en creëer de toekomst, in plaats van er achteraan te slenteren.

Digitale Bibliotheek wás al geïnteresseerd in de drijfveren van deze student, maar toen we lazen dat iemand die een paar maanden vrijwillig werkt aan een mobiele toepassing zó teleurgesteld kan zijn in een eerste kennismaking met een branche, wilden we hem zeker spreken. Daar hoefde Hans gelukkig niet lang over na te denken.

DB: Vertel eens Hans, hoe komt een student Geneeskunde er in vredesnaam bij om ongevraagd een applicatie te ontwikkelen voor de bibliotheekwereld?
HP: Bieb was mijn eerste app. Ik kon wel al programmeren in andere talen, maar wilde mezelf ook graag bekwamen in het ontwikkelen van applicaties voor de iPhone. Omdat ik graag iets origineels wilde bouwen kwam ik uit bij een toepassing voor bibliotheken. Op een dag stond ik in de bibliotheek en ik besefte dat zij nog niets hadden. De technologie achter bibliotheeksites leek me bovendien een ramp. Interessant genoeg om te kijken of ik er dan wél iets mee kon.

DB: Hoeveel uur had je nodig om Bieb te bouwen?
HP: De bouw kostte redelijk veel tijd, naast mijn studie, omdat ik de programmeertaal nog niet kende. Uiteindelijk heb ik er toch wel zes tot acht volle werkweken aan besteed.

DB: In november plaatste je een bijdrage op Bibliotheek 2.0, waarin je stelde dat de Bibliotheek ouderwets is en ‘achter de toekomst aanslentert’. Kun je dat toelichten? Waar kwam die ergernis opeens vandaan?
HP: Een toepassing als Bieb moet met veel verschillende bibliotheekwebsites en –systemen ‘praten’ om te kunnen functioneren. Ik ontdekte echter dat Kees den Boogert, van Boekenliefde.nl, al veel voorwerk had verricht. Omdat ik het zonde vind om onnodig werk te doen nam ik contact met hem op, en besloten we samen te werken. Niet veel later kreeg ik een tweet van iemand van Probiblio, dat ik “moest oppassen met Boekenliefde”, omdat er ook mensen in de bibliotheekwereld zijn die website graag geblokkeerd zouden zien. Toen werd ik heel boos, omdat ik het belachelijk vond dat zoiets gebeurde; probeert er eindelijk eens iemand een universele bibliotheeksite te bouwen, bovenop de bestaande, dan probeert men dat te dwarsbomen door ‘m te blokkeren!

DB: Besef je wel dat er meer bibliotheken zijn die Boekenliefde.nl als een bedreiging zien? Ook in Overijssel werden er vragen gesteld, omdat de attendering op het verstrijken van de uitleentermijn kan betekenen dat bibliotheken straks minder inkomsten genereren uit boetes. Bibliotheken verdienen jaarlijks soms tienduizenden euro’s aan materialen die te laat worden ingeleverd.
HP: Natuurlijk, maar dat zou betekenen dat je je businessmodel bouwt op boetes. Dat is belachelijk. Verzin iets anders. Die boetes zijn alleen bedoeld om mensen eraan te herinneren dat ze hun boeken moeten terugbrengen.

DB: Helder. Heeft dat standpunt invloed op je contacten met de bibliotheekwereld? Is er überhaupt contact met vertegenwoordigers van de branche?
HP: Ik heb zelf nog geen contact gehad met mensen van Bibliotheek.nl, maar ben wel op bezoek geweest bij twee ontwikkelaars van Medialab, omdat bijna alle openbare bibliotheken in Nederland werken met hun software, de Aquabrowser. Die mensen werden erg enthousiast toen zij zagen wat ik al gebouwd had. Ze legden uit hoe de Aquabrowser in elkaar zit en hielpen mij later ook bij het opvragen van de benodigde gegevens uit alle provinciale Aquabrowsers. En het klinkt raar, maar ik weet niet welk belang zij daar bij hadden. Het leek er nog even op dat Medialab de app wilde opkopen, maar dat is er nooit van gekomen.

DB: Denk je dat dit ooit nog wel gaat gebeuren, dat er andere geïnteresseerde partijen zijn?
HP: Ik vind Medialab wel een van de interessantste partijen, omdat zij met hun product al bijna het hele nationale netwerk omvatten, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat de app zal worden overgenomen. In het beginstadium heb ik ook nog gesproken met iemand die apps ontwikkelt voor de Brabantse bibliotheken, maar dat was meer op het niveau “dit ben ik al aan het bouwen, misschien moet jij dat dan niet doen”. Ik heb dus geen idee of er nog iets zal gebeuren. Bieb zit nu in de App Store en is zevenhonderd keer gedownload, in die zin verdien ik nog wel iets terug van mijn tijdsinvestering, maar het is belangrijk om te weten dat ik het niet voor het geld deed, wat natuurlijk niet betekent dat ik geen zaken zou willen doen. Ik ben ook best bereid om de applicatie verder uit te bouwen, of andere projecten te doen voor bibliotheken of bibliotheekorganisaties. Ik sta overal voor open, wat dat betreft.

DB: Maar je studeert ook nog! Valt dat goed te combineren met je programmeerambities?
HP: Ik wil beslist mijn studie afmaken en er mogelijk zelfs een studie naast gaan doen. Dat gaat me tot op heden goed af, maar het betekent wel dat ik niet meer dan vijftien tot twintig uur wil besteden aan programmeerwerk. Mijn werkelijke ambities liggen op het terrein van wetenschappelijk onderzoek, maar het programmeren blijf ik er graag naast doen. Het is bijna verslavend, om een toepassing van de grond af op te bouwen.

DB: Hoe kijk jij aan tegen de toekomst van bibliotheken?
HP: Als bibliotheken alleen maar blijven doen wat ze nu doen hebben ze een probleem, ik denk dat er commerciëler gedacht moet gaan worden. Als je bijvoorbeeld een toepassing ontwikkelt voor de iPad, waarmee je redelijke bedragen vraagt voor het lenen van boeken, dan kun je met uitgevers best tot afspraken komen over een verdienmodel dat voor alle partijen gunstig is. Je moet dan wel zelf het initiatief nemen, op landelijk niveau. Je moet dus ook af van dat verdienmodel rondom boetes. Verder denk ik dat mensen best bereid zijn iets te betalen voor geselecteerde informatie van hoge kwaliteit; we worden met z’n allen toch steeds luier. Dat is een kans. Bibliotheken zouden zich ook moeten richten op andere gemaksdiensten, zoals het aan huis bezorgen van materialen. En ze zouden veel meer moeten doen aan de promotie van hun collecties, vooral op internet. Met de communicatie van bibliotheken is het niet best gesteld.
 In die zin zijn de huidige bezuinigingen misschien wel deels de redding: bibliotheken worden dan in ieder geval gedwongen na te denken over de dingen die zij aan het doen zijn. Als je er alleen maar geld in blijft pompen denkt iedereen dat het ‘zo wel goed is’, wat men doet.

DB: Tot slot: wat kunnen bibliotheken nog leren op het gebied van slagvaardigheid, volgens jou? Jij had aan een ontmoeting met Kees genoeg om tot een samenwerking te komen, toch?
HP: Het zou goed zijn als bibliotheken ook met kleine teams zou werken. Goede programmeurs die echt in dienst zijn, maar wel in vrijheid kunnen werken. En dan, in tegenstelling tot Kees en ik, van binnenuit, vanaf de onderkant.

@

 .

6 Reacties

  1. zomer65 schreef:

    AU! Hij slaat op een aantal fronten ernstig de spijker op zijn kop. En het is niet alleen op het gebied van digitale ontwikkelingen dat we met een veel te duur ontwikkelteam worden 'opgezadeld', let wel, dat doen we dus zelf. Maar ook als het gaat om organisatieontwikkelingen, fusies, verandertrajecten etc. Het lijkt wel of we zelf niet durven. Laten we vooral pas know how inhuren als we het echt niet weten, maar dan eens andere partners zoeken dan de usual suspects. Dus slim zoals DOK Delft heeft gedaan met de TU samenwerken, en dat kan elders in het land volgens mij ook met Hogescholen en universiteiten.
    Ik ben voor 😉 en heb weer een ding om over na te denken.
    (En als ik dan nog een klein beetje, zie je wel, heb ik altijd al gezegd kwijt mag, in de afstudeerscriptie samen met Kees Jan Dommisse "Innovate or die" hebben wij al in 2004 gepleit voor een klein en slagvaardig, landelijk innovatieclubje)

  2. @Erna: mee eens, ik zie ook veel in kleine clubjes, liefst met voldoende geld in een experimentele bieb, aangevoerd door iemand die bestuurlijke kanten goed kent, maar het innovatieteam helemaal vrijhoudt. Zou veel moois uit voort kunnen komen…Was in Umbria ook deel van het idee 🙂

  3. Robert schreef:

    Hans Pinckaers = held

    Dat is nu wel duidelijk.

  4. Like his style indeed 🙂

  5. Dennis BNL schreef:

    Tja, de bedoeling van die hele operatie rondom die nationale infra is nou juist dat er webservices en API's komen waarmee mensen als Hans mooie dingen kunnen doen. Maar dan wel op de goede manier en meteen voor alle bibliotheken…

    Inmiddels hebben we bij Bibliotheek.nl dus met hem gesproken en volgens mij ziet hij het idee wel zitten 🙂

  6. @Dennis: dat is mooi om te lezen! Ben benieuwd naar het vervolg.

Reageer op Edwin Mijnsbergen