clear

zoeken

search

OCN 2008: over liefde, spattend enthousiasme en offline gemeenschappen

08 oktober 2008


Gisteren was ik offline omdat ik op de Online Conferentie was. Aan dat gegeven zou ik een heel lang verhaal kunnen koppelen over onduidelijke communicatie, misverstanden en foutjes in de organisatie, maar dat laat ik achterwege. Via Twitter en de Blogosphere kun je elders al genoeg lezen over de tekortkomingen van het evenement. Ik heb niet de behoefte om daar ook nog even overheen te bashen. Feit is dat veel mensen hun stinkende best hebben gedaan om OCN tot een succes te maken maar feit is ook dat er ook veel mis kan gaan en ook gaat, toen en nu. Een van de gevolgen daarvan was dus dat ik mijn laptop voor niets had meegesjouwd. Soit.

Over het congres op zich zal ik ook niet teveel uitwijden. Het is een publiek geheim dat ik nooit zo gecharmeerd ben van congressen. Omdat het aanbod groot is mis je automatisch veel interessante sprekers. Omdat sommige zalen te groot zijn worden sommige presentaties te klein. Omdat andere zalen te klein zijn worden presentaties daar weer te groot. En zonder welke presentatie dan ook tekort te willen doen: er zijn maar weinig powerpoints die lang blijven boeien. Ik leef al jaren in de hoop dat .mov en .avi het zullen overnemen van .ppt en .pps maar die hoop is vrij ijdel. Wederom: soit.

Dit alles neemt niet weg dat ik, bijvoorbeeld, met veel genoegen heb geluisterd naar Erwin Blom. Je zou denken dat hij mij weinig nieuws kon brengen, aangezien ik hem al wat langer volg online, maar dat was toch niet helemaal waar. Erwin schrijft namelijk intensief op Twitter. Dat kanaal scan ik van tijd tot tijd maar ik volg het niet op de voet. In het geval van Erwin mis je dan wel eens iets.
Erwin bleek een inspirerende spraakwaterval te zijn, die zonder poeha ten tonele verschijnt en gewoon vertelt wat hem boeit en vooral waarom. Als je de moeite neemt om zijn CV en de archieven van Checklist te checken begrijp je wat daar interessant aan is. De interessantste quote van Blom deze ochtend (vrij geciteerd) : “activiteiten zijn alleen interessant als het enthousiasme en de bevlogenheid er vanaf spatten. Doe het anders maar niet.”

Het was interessant om te constateren dat Tim Spalding tijdens de middagsessie in de grote zaal ook zo’n afslag nam. Zijn verhaal verveelde me eerlijk gezegd een beetje omdat het vooral een verkooppraatje was voor Library Thing en neigde naar het bashen van de ons allen bekende vendors van bibliotheekcatalogi. Nu zou ik me daar als LT-evangelist niet druk om moeten maken maar het deed een beetje gratuit aan. Als de signalen niet bedriegen lijkt het erop dat LT toch ook wat minder open blijft dan ik had gehoopt. Doch dat terzijde. Aan het eind van zijn promotieverhaal begon Spalding over de werkelijke kracht achter een goede catalogus en de relatie met onze klanten: LIEFDE. Met hoofdletters inderdaad.

En zo komt het dat zowel Blom als Spalding de indruk wekten op de lijn van Pink te zitten, al dan niet bewust. Die lijn bevalt me uiteraard uitstekend.

Later op de middag kwam het nadeel van trackprogrammering ook weer om de hoek kijken. Tot mijn grote spijt miste ik het verhaal van Henk Blanken omdat ik ook bij de Happe.Ningtrack wilde zijn. Guus ging daar immers ‘hands on’ in de weer met Ning en een fraaie Toolbar (hier downloaden!) en Wowter zou vertellen over de stand van zaken rondom de biblioblogosphere. Dat er daarbij flink geïmproviseerd moest worden maakte het alleen maar knusser. Het gaf me tenminste nog een beetje het gevoel van een unconference. Dat gevoel kreeg ik eerder de dag alleen een beetje bij Marina en Liesbeth, die echt actief contact zochten met ons als publiek. Mijn kennis van het Recht op Internet bleek daar overigens vrij beperkt. Ik viel door de mand. Ik blijk een boefje te zijn. Daar kon ik dan wel weer om grijnzen.

Tot slot: in het voorwoord van het programmaboekje van OCN 2008 schreef iemand dat de kracht van een ‘ouderwets’ congres ‘m vooral zit in het kunnen ontmoeten van mensen in levende lijve. Dat kan ik na gisteren wel beamen. Vier jaar geleden was ik voor het eerst en het laatst op de OCN en ik herinner me nog heel goed hoe verloren ik me toen voelde. De enige personen die ik toen kende -en die mij herkenden- waren mijn docenten van de IDM-opleiding. Dat was dit jaar wel anders. Het was overweldigend. Pas op een congres waar veel vakgenoten komen merk je welke potentie een weblog en een netwerk als Ning kunnen hebben.

Je merkt dan ook heel goed dat online profilering ook een keerzijde heeft: je herkent zelf lang niet alle gezichten van de mensen die je een hand geven, je haalt namen door elkaar en je zit zelf ook keer op keer naar mensen te staren tijdens lezingen, jezelf afvragend of je die personen nu wel of niet kent van Ning. De overdosis maakt dat het van goede persoonlijke gesprekken nauwelijks komt en dat je soms een beetje geneert voor je gejaagdheid. Het is gewoon te veel.

Daarbij kwam ook nog dat ik juist op het uitgelezen moment voor gesprekken, de lunchpauze, een interview had in een nabijgelegen café, met een freelance journaliste van Revu. Dat interview ging over ‘Extreem Gaming’ en ondanks het feit dat dit gesprek de dag er niet direct rustiger op maakte was het wèl een aangenaam gesprek. Dat gesprek kwam overigens ook voort uit het archief van dit blog. Dat is wel een aardig gegeven op een congres waar zichtbaarheid ook een van de thema’s is.

De inleider van het programmaboekje krijgt bij nader inzien deels gelijk. Er gaat inderdaad niets boven persoonlijk contact en kennisuitwisseling face to face. De ongedwongen en vriendelijke sfeer op OCN 2008 bewijst dat eens te meer. Als het echter gaat, zoals gisteren, om korte contacten met velen weet ik het zo net nog niet: dan heeft de digitale wereld toch ook zo zijn voordelen. Het is leuk om personen In Real Life te ontmoeten maar dan toch liever in overzichtelijke hoeveelheden.

Mijn vermoeidheid verdween in ieder geval als sneeuw voor de zon toen ik tegen middernacht de pc weer aan kon zetten.

Eindelijk weer online.

@

12 Reacties

  1. veerlet schreef:

    Het ontmoeten IRL was in elk geval geslaagd ! CU

  2. Wow!ter schreef:

    Vroeg me terloops af of zo’n interview met de Revu, ook niet ongemerkt overgaat in een sollicitatiegesprek. Dat lezen we wel in een volgende post 😉

    Mooi verslag van je ervaring trouwens, bedankt.

  3. Men weet nu in ieder geval dat je in real life ook bestaat 😉

  4. Het was er precies wel een leuke maar intensieve bedoening. Waarbij de problemen met de communicatie, die je beschrijft, een thematische illustratie lijken te zijn 😉

    Op zo’n bijeenkomsten moet het inderdaad best wel moeilijk zijn om zo snel zoveel gezichten aan namen te gaan koppelen. Maar het is dan ook wel is leuk om mekaar IRL te zien. Al vermoed ik dat de eerste contacten nogal stroef zullen verlopen zijn.

    Ik ben alvast aan het uitkijken naar de filmpjes.

  5. @ Veerle: dat vond ik ook!

    @ Wouter: als Freelancer heeft ze daar denk ik geen invloed op maar mooi is het wel, dat je op die manier ook gevonden kunt worden.
    Jij nog bedankt voor de pluimen!

    @ Daan: maar was ik het ook wel? Misschien heb ik die gozert wel ingehuurd en zijn tronie op m’n blog gezet ^^

    @ Benoit: irl is inderdaad wel anders maar echt stroef werd het niet. We zijn allemaal hele aardige mensen in de bibliotheekwereld 🙂

    DOK heeft weer flink gefilmd. Hoop dat Jaap nog tijd heeft ze online te knallen voordat ie down under gaat.

  6. Jaap van de Geer schreef:

    Interview Tim Spalding is up, meer vandaag…

    //www.vimeo.com/1918762

  7. essen2punt0 schreef:

    Ik vond het leuk je weer te spreken. Ook even irl. Het grote nadeel van virtueel is, dat virtuele kussen toch echt wat minder smaken 🙂

    Ik denk wel dat zelfs een relatief korte ontmoeting een gezicht kan geven aan een langdurige verdere online communicatie.

  8. Wederzijds Essen! En je hebt een goed punt. Een ontmoeting IRL doet toch wat met digitale contacten. Die worden er doorgaans alleen maar hechter van!

  9. Jan Klerk schreef:

    Het blijft zoeken naar de juiste bomen in het bos makker:) Maar d’r zitten hele mooie tussen!
    Hoe extreme ben jij als gamer trouwens?
    Hoe gejaagd ook, het was aangenaam genoeg.
    grtz. Jan

  10. Ik ben altijd blij dat wij daar voor betaald worden als genegeerde boswachters 🙂

    Het extreemste is er wel vanaf. Dat was vooral in de tijd van command and conquer aan de hand. Maar evengoed heb ik gisteren toch weer paar uurtjes aan de kart gehangen en al die uren van 1983 tot heden? VELE.

  11. Jan Klerk schreef:

    Dan kunnen ze ook nog wel een artikeltje maken over extreme reading😀
    Mijn zoon is trouwens verslaafd aan Command&Conquer. Heb pas een oude pentium omgebouwd tot gamebak voor al die oude spellen die hier nog lagen.

  12. Dank kan ik wel weer eens een potje Generals met ‘m doen. Ik speelde altijd als GTA. Jezelf lekker in tunnels terugtrekken met je scuds en terroristenzelfmoordenaars het vuile werk op laten knappen ^^

Reageer op veerlet