clear

zoeken

search

De bedrijfsfilosofie van Brunello Cucinelli

22 april 2008

De snob kan uitwijken naar Italiaans überkasjmier.

Dat is niet direct een zinnetje dat je verwacht tegen te komen in een artikel van de Volkskrant. Het zinnetje trok echter wel meteen mijn aandacht omdat ik vorige week kennis heb gemaakt met kasjmier als product. Omdat ik nauwelijks geïnteresseerd ben in mode en kledingtrends had ik me nog nooit verdiept in de achtergrond van deze wolsoort en zoals zo vaak blijkt achteraf dan dat je er veel over kunt vertellen. Weet jij bijvoorbeeld wat het verschil is tussen kasjmier en pashmina? Nou…? En wist je dat een kasjmiergeit slechts 125 gram kasjmier per jaar levert, terwijl een kilo van de wol tussen de 60 en 120 dollar opbrengt? Nou….? Ik dus niet. Maar het zijn heerlijke trivia om menigeen mee te verrassen, als je ooit nog eens in een lalfase zit.

Maar vanwaar mijn interesse?

Vorige week bezocht ik met ‘De Eerste Klas’ het schattige plaatsje Solomeo, niet ver van Perugia. We waren daar voor een werkbezoek aan de werkplaats van het bedrijf van de steenrijke Brunello Cucinelli, dat tevens fungeert als opleidingscentrum en in de toekomst zelfs als regionaal cultureel centrum.

Het verhaal van Cucinelli is bijna klassiek te noemen. In zijn jeugd zag hij met lede ogen aan hoe zijn vader doodongelukkig door het leven ging als loonslaaf in een fabriek in Rome. Die ervaring zorgde ervoor dat Cucinelli een afkeer van slechte arbeidsomstandigheden ontwikkelde, met de prikklok als ultiem symbool van de onderdrukking van de arbeiders. Cucinelli zag ook dat zijn streekgenoten noodgedwongen naar de grote stad vertrokken om daar hun heil te zoeken: op het platteland was geen droog brood te verdienen.

Cucinelli besloot zich te richten op de markt van de dure en exclusieve mode, omdat hij inzag dat goedkopere producten het zouden afleggen tegen concurrerende producten uit Azië, met name China. Die keuze maakte hem rijk.

Op een goede dag besloot Cucinelli ook iets te doen voor de gemeenschap van zijn verloofde. Hij sprak de bevolking toe op het kleine dorpsplein en beloofde hen dat hij voortaan 2 % van zijn inkomen zou investeren in werkgelegenheid, de renovatie van het dorp, cultuur en het welzijn van de medewerkers. Het schijnt dat de bewoners van Solomeo elkaar die avond letterlijk huilend in de armen vielen.

Brunello hield woord en zorgde er inderdaad voor dat honderden dorpsbewoners voor hem konden gaan werken. Zonder prikklokken. Op basis van vertrouwen. Hij zorgde ook voor een interne opleiding waar een heuse filosofie achter schuilgaat (PDF).

Toen wij het dorp en de werkplaats bezochten hadden we bijna het gevoel een campus te betreden. De gebouwen leken bijna te blinken, de agora was brandschoon, bij elke deur hingen bordjes met levenswijsheden van grote filosofen en toen wij de kantine van alle weefsters, naaisters en breisters zagen sloegen we bijkans steil achterover. We waanden ons in een sterrenrestaurant. Terwijl ik foto’s van de rijk gevulde lange tafels nam, zag ik vanuit mijn ooghoek een van de obers de dure wijn die tijdens de lunch genuttigd zou worden, voorproeven. We hebben het hier over de lunch! In de fokking kantine!

Heel even overwoog ik om mezelf om te laten scholen tot Italiaans Kasjmierspecialist. Lekker lunchen met Brunello. Wat wil een mens nog meer van een werkgever?

Dat idee verdween als sneeuw voor de zon toen we de werkhallen betraden die de gids liefkozend ‘laboratoria’ noemde. Het was nog net geen fabriek. Het eerste dat me opviel was dat niemand van het personeel lachtte. Integendeel zelfs, het wemelde er van de mokkende meisjes!

Het bezorgde ons achteraf een dubbel gevoel. Iemand repte van een Italiaanse Sweatshop. Die aanduiding ging mij te ver want tussen de truien en andere onbetaalbare kledingstukken ontwaarde ik toch ook iets van de Googlegeest. Maar echt goed voelde het niet. Daar was het verhaal van de gids net iets te lyrisch voor bovendien.

De afsluiting maakte nog wel wat goed. We kregen een theater in aanbouw te zien, dat grensde aan de andere gebouwen. Een theater met plaats voor 240 bezoekers, wat erg veel schijnt te zijn voor die regio. Dat vonden wij natuurlijk een prachtig initiatief!
Danny Theuwis informeerde terloops of er ook plannen waren voor de bouw van een bibliotheek. Die waren er nog niet maar de gids had er alle vertrouwen in dat daar ook nog wel middelen voor vrij zouden komen.
Op de vraag of er in die bibliotheek ook ruimte zou zijn voor nieuwe media moest zij ons het antwoord schuldig blijven. Zij associeerde bibliotheken alleen met de uitleen en inname van boeken. Een universeel imago, als het ware. Maar Danny zag dat het goed was. Hij vond de gids een ‘lekker wijf’.

En dat was ze misschien ook wel, in haar kasjmieren pakkie.

@

Meer informatie:

Who is who in Italy
Homepage Brunello Culcinelli
De winst van het bedrijf

4 Reacties

  1. Apart verhaal!

    “het ideaal zelf wordt tot een vergif, indien het zich niet met de werkelijkheid verbindt”. Hing dat citaat er ook? 🙂

  2. Wellicht in de keuken 🙂

  3. Rene Smit schreef:

    Leuk verhaal! Ga je ook een foto van de gids plaatsen?

  4. @rene: dat was ik eigenlijk niet meer van plan nee. Denk dat iemand van de aanwezigen er nog wel eentje heeft, maar ik zelf niet in ieder geval. Maar bedankt voor je belangstelling en reactie 🙂

Reageer