clear

zoeken

search

Een rapport over wetenschappelijk onderzoek en bibliotheekgebruik

10 oktober 2007


Iedereen die een beetje om zich heen kijkt, al is het maar een heel klein beetje, weet het natuurlijk al langer: bibliotheekgebruik loopt misschien nog wel het hardste terug als het gaat om de gedrukte wetenschappelijke collecties. De non-fictie die fysiek aanwezig is in het gebouw. En dat komt voor een belangrijk deel door de concurrentie van digitaal beschikbare bronnen, of dat nu op internet of in databanken is.

Ik werk zelf op de verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek waar die collecties staan opgesteld en ik heb in de afgelopen jaren die terugloop met eigen ogen kunnen waarnemen.
Tegelijkertijd volg ik digitale ontwikkelingen op de voet en zie vermoedens over verschuivingen in informatieconsumptie alleen maar bevestigd in boeken als Wikinomics: ook wetenschappers – of moet ik zeggen: de meeste wetenschappers – nemen hun toevlucht alleen nog tot gedrukte werken als dat niet anders kan.

Nog lang niet iedereen wenst zich neer te leggen bij dat gegeven. Er wordt geopperd dat we ook nog naar andere oorzaken moeten zoeken om vervolgens vast te stellen of het tij nog enigszins valt te keren. We zijn dan weer gauw een jaartje verder maar ach, altijd een spelbreker zijn is ook zo saai en voorspelbaar.

Toch kan ik het niet laten om een recent onderzoek (PDF, juni 2007) van de bibliotheken van de Universiteit van Minnesota aan te halen.

Ik beperk me even tot dezelfde passage als Lorcan Dempsey:

“Scientists make heavy and regular use of library resources availably electronically, but regard the physical library buildings as a place of last resort — where you go when you have no other way to find something.

Library buildings are places of “disclosure” rather than “discovery,” inasmuch as researchers go to libraries to retrieve what they have already identified.

At the same time, many scientists speak nostalgically about the lost art of browsing and serendipitous discovery in libraries and depend on technology to provide browsing proxies.”

I rest my case, your honor.

Op het werk zal ik nog wel even de aanbevelingen voor de toekomst, aan het eind van het rapport kopiëren. Die komen weer van pas bij het verder uitbouwen van onze digitale collecties.

Op pagina 9 en 10 van het rapport vind je meer conclusies en aanbevelingen.

@

3 Reacties

  1. Guus schreef:

    Zelf werk in een wetenschappelijke bibliotheek en kan de trend, ook met eigen ogen, wel onderschrijven. Maar: dat wil niet zeggen dat er geen rol meer is weggelegd voor wetenschappelijke bibliotheken: er is nog altijd, in toenemende mate zelfs, behoefte aan een rustige plek om te studeren en ook die digitale collecties zullen toch ergens vandaan moeten komen.

    Verder hebben we ook nog altijd een generatie wetenschappers rondlopen, die nog wel degelijk graag terug grijpt op de papieren collecties. Ook deze mensen zullen we moeten bedienen, ook al wordt die groep steeds kleiner.

  2. Ik sluit me aan bij je opmerkingen Guus. Ik geloof ook echt nog in de rol van bibliotheken, maar de taken en karakter zullen drastisch en snel moeten veranderen.

    De plaats voor rust is ook een goede. En in het geval van de OB (wat wij ook zijn) daarnaast ook nog de ontmoeting etc…

    Bedankt voor je reactie!

  3. Dymphie schreef:

    Verwar het gebouw alsjeblieft niet met de functie!

    De rol van de (wetenschappelijke) bibliotheek wordt gespeeld in de elektronische, niet in de fysieke ruimte. En die rol wordt meer dan ooit gespeeld, al lijkt het op het eerste gezicht wel onzichtbaar geworden …
    Wie zorgen voor de LinkResolvers, de elektronische tijdschriften, de toegang tot databases etc etc …

Reageer op Edwin Mijnsbergen