Aqua quintura

De ontwikkelingen rondom de Aquabrowser zijn opmerkelijk. Op de website van de VOB staat, bijna terloops, vermeld dat de content van het Basispakket Bibliotheek.nl is vernieuwd en dat ‘Alle bestanden, m.u.v. Publiekwijzer, alleen nog gezamenlijk worden ontsloten met de Aquabrowser’.

Redelijk radicaal. Daarmee is de implementatie van deze software in vrijwel alle Nederlandse openbare bibliotheken eigenlijk wel een feit. Nu wil ik hier geen oordeel vellen over dit product van Medialab maar ik krijg toch een beetje het gevoel dat Medialab een bokswedstrijd heeft weten te winnen omdat er geen tegenstander in de ring is gezet. Geen winst op punten, geen KO, gewoon winst.

Ik kan me van de afgelopen twee jaar eigenlijk maar een kritisch geluid herinneren, en dat was afkomstig van Henk van Ess, die onder meer verantwoordelijk is voor de website Voelspriet. Op de studiedag ‘Zoeken en vinden in de digitale bibliotheek’ gaf hij een zeer kritische presentatie, die me altijd goed is bijgebleven. Natuurlijk maakte hij ook gebruik van een aantal inkoppertjes maar hij kreeg de zaal wel stil en vervolgens aan het smoezen. Hij deed in ieder geval van zich spreken!

Maar wat je ook vindt van de browser, feit is wel dat deze perspectieven biedt. Inmiddels kan de klant in één oogopslag zien wat de zoekvraag in de verschillende bronnen oplevert: resultaten uit de bibliotheekcollecties, fulltext kranten en tijdschriftartikelen, Al@din vragen en antwoorden en zelfs de Nederlandse Centrale Catalogus, PiCarta en WSF 13, worden per bron aangeboden aan de klant. Dat dit heel veel geklik scheelt tijdens het inlichtingenwerk is duidelijk. Leuk om even uit te proberen.

Ondertussen raakt deze zoekmethodiek ingeburgerd. Opeens lees je overal over de nieuwe zoekmachine Quintura en krijg je iets vergelijkbaars voorgeschoteld bij machines als Clusty en Kartoo. Ik vraag me af in hoeverre mensen echt zitten te wachten op associatief zoeken. De tijd zal het leren. Dat de meeste mensen blij zullen zijn met een reductie van zoekschermen lijkt me waarschijnlijker. Maar opmerkelijk blijft het, de geringe weerstand, of kan iemand dat idee wellicht ontkrachten?

E