Verschrikkelijke bibliotheekboeken

Toen ik in 1999 als oproepkracht begon bij de Zeeuwse Bibliotheek (ZB) had ik aanvankelijk maar één taak: het ‘saneren’ van de collecties in de open opstellingen. Dat kwam neer op het bekijken van alle boeken in de kasten, om ze te beoordelen op hun leeftijd, de uitleencijfers en de staat van de band. Op basis van de selectie die ik maakte beslisten de vakreferenten (voor de collecties t.b.v. de wetenschappelijke steunfunctie) en de collectioneurs (voor de collecties van de openbare bibliotheek) dan of een boek kon worden afgeschreven, moest blijven staan of verplaatst kon worden naar het enorme magazijn van de bibliotheek. Op die manier worden de collecties van een bibliotheek up-to-date gehouden.

Sommige collega’s beschouwden het werk als een ‘apenklus’, maar ik vond het zelf altijd leuk om te doen. Door al die boeken stuk voor stuk aan zo’n klein onderzoek te onderwerpen kreeg ik een goede indruk van de omvang en inhoud van alle SISO-rubrieken en had ik tegelijkertijd alle tijd om bepaalde titels te noteren op mijn persoonlijke ‘nog te lezen-lijst’.

Maar oh, wat kwam ik ook veel rommel tegen. Vieze boeken. Rare boeken. Onleesbare boeken. Ik vroeg mezelf regelmatig af waarom een bepaald boek was aangeschaft, en voor welke doelgroep. Dat werd lang niet altijd duidelijk. De ZB beschikte in die tijd over een aanzienlijk collectiebudget, zeker voor de wetenschappelijke steuncollecties, wat resulteerde in een zeer compleet geheel. Er was natuurlijk ook vraaggestuurde aanschaf, maar er was genoeg financiële ruimte om ook titels aan te schaffen waar geen hond op zat te wachten.

Ik denk terug aan die tijd omdat ik een uurtje heb zitten bladeren door de 592 pagina’s van het blog ‘Awful Library Books‘. Die kende ik al (hij bestaat sinds 2009) maar ik had er al een paar jaar niet meer op gekeken. Wat een feest is dat, mensen. Twee bibliothecarissen uit Michigan, Mary Kelly and Holly Hibner, schrijven met plezier over de rommel die zij (en inzenders) in kasten aantroffen. Je gelooft je ogen soms niet. Wieden, die zooi!