clear

zoeken

search

De open belofte van de Digital Public Library of America

14 april 2014

Het archief met artikelen van Bibliotheekblad is ‘achter een slotje verdwenen‘. Omdat ik graag wil dat alles wat ik schreef over bibliotheken online vindbaar blijft plaats ik artikelen uit het verleden alsnog op Mijns Inziens. Deze is van mei 2013.

Tijdens een congres in oktober 2010 discussieerde een groep bibliothecarissen, hoogleraren en futuristen onder leiding van Robert Darnton, directeur van de Harvard Library, over de mogelijkheid van een Amerikaanse digitale bibliotheek naar model van Wikipedia en Europeana, als publiek tegenwicht voor commerciële projecten als Google Books.  De denktank had een aantrekkelijke website voor ogen met vrij beschikbare content, die voor het publiek makkelijk doorzoekbaar is, die externe ontwikkelaars in de gelegenheid stelt er innovatieve toepassingen ‘omheen te bouwen’ en die uiteindelijk zal leiden tot een toename in de publieke beschikbaarstelling van cultureel erfgoed. De groep was behoorlijk ambitieus: het streven was om de website in het voorjaar van 2013 te lanceren.

Die ambitie blijkt achteraf nog realistisch geweest te zijn ook. Op 18 en 19 april 2013 zou de Digital Public Library of America (DPLA) inderdaad worden gelanceerd tijdens een groot evenement in de openbare bibliotheek van Boston, maar de bomaanslagen op de Boston Marathon, drie dagen daarvoor, deden de organisatie besluiten het evenement uit te stellen tot het najaar. De lancering van de website ging echter wel gewoon door.  Het eerste resultaat mag er zijn: na slechts tweeëneenhalf jaar werk kan iedereen kennismaken met een eigentijds vormgegeven portaal dat ongeveer 2,3 miljoen werken ontsluit, uit de collecties van 18 samenwerkende instellingen, waaronder de Harvard Library, New York Public Library en Internet Archive. De lancering kreeg veel positieve aandacht in de internationale media. Je zou kunnen stellen dat DPLA zichzelf uit het niets op de digitale kaart heeft weten te zetten.

Er is ook kritiek. Een enkele journalist ervaart de omvang van de collectie als beperkt in vergelijking met die van andere initiatieven en uiteraard laten ook bibliothecarissen zich niet onbetuigd. Op de site The Digital Shift (van Library Journal) valt onder meer te lezen dat sommigen vinden dat DPLA vooral een bibliotheek voor bibliotheken is, waar het gewone publiek niet goed mee uit de voeten kan, dat de titelbeschrijvingen van het project nog te veel eigenaardigheden bevatten, of dat men het betreurt niet betrokken te zijn geweest bij de aanloopfase van het project. Het moet iedere bibliothecaris met projectervaring bekend in de oren klinken. Projecten van deze omvang zijn nooit klaar en zullen tot in de lengte van dagen aandachtspunten hebben, dat is onvermijdelijk. Natuurlijk is het jammer dat Library of Congress (nog) niet meedoet aan DPLA en zeker, de site is uiteindelijk vooral een doorgeefluik geworden voor deelnemende instellingen (en ontkomt daardoor niet altijd aan perikelen rondom copyright), maar is het echt nodig om daar op te focussen? Is het niet veel belangrijker om de intentie van een website voor ogen te houden, en te kijken of het project al volwassen genoeg is voor een lancering? Ik vind van wel.

Met de intenties van DPLA zit het volgens mij wel goed. Als je leest dat de organisatie mensen als Brewster Kahle en David Weinberger in de gelederen heeft, dan weet je dat het niet ontbreekt aan een toekomstbestendige visie op de rol van erfgoedinstellingen op internet. Lezen dat de mensen van Creative Commons enthousiast zijn over het project schept ook vertrouwen. Als het gaat over bibliotheken gaat het meestal over beperkende voorwaarden, nu zien we juist het tegenovergestelde:

De DPLA volgt vanaf het moment van lancering het voorbeeld van Europeana door deze metadata onder de Creative Commons Public Domain Dedication (CC0) vrij te geven. CC0 is geen licentie maar een vrijwaring waarmee afstand gedaan wordt van alle auteursrechten en aanverwante rechten. Hierdoor kunnen gebruikers van deze metadata nieuwe gebruiken vinden zonder dat daarvoor toestemming voor gevraagd moet worden of dat daar de naam van de DPLA genoemd moet worden. Veel data-initatieven zoals data.overheid.nl en opencultuurdata.nl maken ook gebruik van CC0 voor het vrijgeven van metadata.

Uiteindelijk is deze ‘intentie’ misschien wel een van de interessantse aspecten van dit project. De basis wordt gevormd door samenwerkende organisaties die kiezen voor een open benadering van informatie, en die zich proberen te ontworstelen aan de ketenen van onder meer het databankenrecht. Dat is essentieel voor de relevantie van erfgoedinstellingen, zowel digitaal als fysiek. Alles draait nu eenmaal om aandacht en online zichtbaarheid…en om de creativiteit die dat mogelijk maakt.  Voor wat betreft dat laatste zie je dat het beleid van DPLA al kort na de lancering zijn vruchten afwerpt, ook voor ons Europeanen. Voorbeelden daarvan vind je terug in de App Library van DPLA, waar door derden ontwikkelde toepassingen worden verzameld. Er zijn er nu al vijf, waaronder de app OpenPics. Heel bijzonder is die app niet, maar je kunt er wel mooi óók de fotocollectie van Europeana mee doorzoeken (en de zoekresultaten meteen delen via sociale media). Blijkbaar was daar een Amerikaans initiatief voor nodig. Een Europeaans alternatief is mij althans niet bekend.

Over de website zelf, en over manier waarop de collecties worden gepresenteerd, valt uiteraard ook veel te zeggen, maar die wijkt in de basis niet zo gek veel af van catalogi en sites die de meesten van ons al kennen. De interface heeft veel overeenkomsten met die van Europeana. Het verschil zit ‘m vooral in aardigheidjes als zoeken met behulp van een kaart of een tijdlijn. Dat is leuk om uit te proberen, al moet je wel rekening houden met de beperkingen.  Zo leidt zoeken op de kaart op ‘Amsterdam’ je niet naar locaties in Nederland maar naar gerelateerde plaatsen in bijvoorbeeld New York. Dat geldt dan weer niet voor de reguliere zoekfunctie. Als je de zoekterm daar ingeeft krijg je op dit moment 1565 treffers. Dat is veel minder dan in Europeana (daar krijg je meer dan 516.000 resultaten op ‘Amsterdam’) maar je krijgt dan wel 583 foto’s en 792 tekstbestanden in beeld die je mogelijk nog niet eerder hebt gezien. Alleen daarom al is het de moeite waard om het zelf eens uit te proberen.

Concluderend: de Digital Public Library of America is een interessant project met een open karakter, waarvan je hoopt  dat het uit zal groeien tot iets dat nog mooier en groter is. Er is nog veel werk te doen maar het is bemoedigend om te zien dat het vindbaar maken van ‘alle informatie ter wereld’ zich niet beperkt tot Google alleen. Als DPLA, Europeana en alle vergelijkbare initiatieven de handen ineen slaan is alles nog mogelijk…

Zie ook :
De boekenbevrijder (InformatieProfessional)


@

Reageer